Zouterik op reis

View Original

BEPPIE BAKBOORD - Nieuwe vriendjes voor Beppie

‘Kijk Belle, ik durf al van het sup board te springen!’ Beppie loopt over het strand naar de vloedlijn toe. Het kabbelende water kriebelt aan haar tenen. Oei, het zeewater is best koud! Toch zet Beppie door. Ze verdwijnt tot haar middel in het water en klautert op het board. Het is een ‘stand up paddle’ board, normaal peddelen haar vader of moeder ermee rond de boot om de omgeving te bekijken. Maar nu is het een fijn ding om met de andere kinderen in het water mee te spelen. Wiebelig staat Beppie op het board. De golfjes in de branding proberen het sup board met Beppie erop om te gooien. Gelukkig rent Belle net op tijd naar haar toe om het board aan de achterkant vast te houden. Dat voelt steviger!

Surfen door de branding

Terwijl ze probeert niet om te vallen, ziet ze vanuit haar ooghoeken ook Madelief en Jaap aan komen zwemmen. Ze willen ook op het supboard. ‘Eén, twee, drie’, Beppie telt, sluit haar ogen, knijpt haar neus dicht en springt in het water. Ze heeft een drijfvest aan waardoor ze niet naar de bodem kan zinken want zwemmen kan ze nog niet. Maar haar gezichtje verdwijnt toch even onder water. Proestend komt ze boven. Wat is dit leuk! Het water is koud maar als ze weer op het board klimt, warmt de zon haar snel op. Ook Madelief en Jaap klimmen op het board. Het is een boot geworden! Er zijn drie kleine matrozen aan boord en Belle stuurt de boot. Ze geeft het board een hele harde duw en even voelt het alsof Beppie, Madelief en Jaap vliegen. Ze surfen over de golven naar het strand toe. ‘Jaaaa, wij willen ook!’ gillen Kiki en Noor. Beppie, Madelief en Jaap stappen van de boot af en nu komen Kiki en Noor aan boord. Belle gaat er ook op en met z’n drieën gillen ze het uit van plezier.

Nieuwe buren

Op het strand zitten de ouders naar de kinderen te kijken. Het is een heel mooi wit zandstrand en het water is prachtig blauw. Zouterik, Karakter en Phi liggen samen voor anker op Isla Cies, een klein eilandje niet ver van de Spaanse kust. Ze hebben na Beppies verjaardag afgesproken hier samen een paar dagen door te brengen.

Er komt een klein bootje aan tuffen. Beppie zag eerder al twee nieuwe zeilboten ankeren in de baai. Ze is zandkastelen aan het bouwen. Wie zouden dat zijn? Nieuwsgierig staat ze op, het emmertje nog in haar hand. Ze rent naar het bootje toe. Er stappen twee hele lange mensen uit. ‘Hoi, wij zijn Kitty en Laurens. Hoe heet jij?’ vragen ze aan Beppie terwijl ze het bootje op het strand slepen. Even later zitten ze gezellig met alle mensen die al op het strand zijn te kletsen.

Een oma erbij

Beppie vindt het heel leuk. Het lijkt wel haar verjaardag maar dan met nog meer mensen. En het is erg fijn om op het strand te spelen met het water, het zand en haar schepje en emmertje. Ze rent naar de zee om nieuw water voor haar kasteelgracht te halen en als ze terugloopt is er een mevrouw bij haar zandkasteel. Ze vraagt of ze mag helpen met bouwen. Ze heet oma Mariëlle zegt ze. Samen met opa Han woont ze op de andere boot die Beppie eerder al zag ankeren. Beppie vindt het leuk dat oma Mariëlle haar wil helpen. Samen gaat het veel sneller. En ze mist haar eigen oma heel erg. Met z’n tweeën bouwen ze een heel groot zandkasteel. Er zijn wel vijf torens. Met witte schelpjes versieren ze de torens. Er is een brede slotgracht met een ophaalbrug. Die hebben ze gemaakt van takjes die ze bovenaan het strand hebben gevonden. Beppie fantaseert dat er een prinses in de grootste toren woont. Ze zit opgesloten en de prins komt haar bevrijden op zijn sup board. Die moet dan wel in de slotgracht passen. Jaap helpt ook, die sleept emmers water heen en weer van zee naar het kasteel om de slotgracht te vullen.

De prins redt de prinses

Als Beppie in het bootje stapt om terug te varen naar Zouterik, gaat de zon al onder. Papa duwt het bootje door de branding heen. Hij heeft toch z’n zwembroek nog aan. Oei, daar komt net een hele hoge golf. Beppie kijkt achterom. Oh nee, de golf breekt over haar zandkasteel heen! Het water neemt de torens, de schelpjes en de slotgracht mee de zee in. ‘Het wordt vloed’, zegt mama, ‘dan komt het water op en neemt alles mee dat op de grens van zee en strand ligt.’ Even is Beppie verdrietig maar dan bedenkt ze dat de prins vast heel goed kan zwemmen en dat hij de prinses al lang heeft gered. ‘Morgen bouw ik een nieuw kasteel en dan knutsel ik ook een zwemvest voor de prinses.’ Tevreden met deze oplossing draait Beppie zich om terwijl ze rustig terugvaren naar Zouterik.