En op de 66e dag… was er vrijheid
Op de kop af 66 dagen hebben we in lockdown doorgebracht. Zo lang waren de Las Perlas eilanden ons thuis. Henry op Contadora bracht ons drie keer vers eten, Rafaël op Pedro Gonzalez zorgde voor bananen, lokale vissers wierpen ons af en toe een visje toe en medezeilers kwamen regelmatig een praatje maken. De onbewoonde strandjes boden wat ruimte voor beweging en we zwommen rond de boot. Het leven kwam in een rustiger tempo. Lockdown leerde ons de ware betekenis van acceptatie. We hoefden niet te klagen. Las Perlas was een goed thuis voor ons.
Maar ons ware thuis is Zouterik. En zoals haar naam al doet vermoeden: ze houdt van zout. En van stil liggen wordt ze ongedurig. Dus hoezeer haar crew zich ook probeerde aan te passen aan de omstandigheden, zijzelf wilde al lang geleden het ruime sop kiezen, haar boeg onderdompelen in golvend water, zoute likkende tongen langs haar huid voelen. Ook wij kunnen de roep van de oceaan niet langer weerstaan. Acceptatie is mooi, het heeft ons berusting gebracht toen we het het meest nodig hadden. Maar nu is de tijd gekomen om de zeilen te hijsen. We vertrekken naar Frans Polynesië.
Roet in het eten
Toen we drie maanden geleden door het Panamakanaal kwamen, lag het Grote Stille Blauw aan onze voeten. Tot Covid-19 daar abrupt een stokje voor stak. De wereld stond in brand, wij moesten in quarantaine. We maakten ons zorgen over thuis, we vroegen ons af of wij wel gezond waren en Frans Polynesië sloot haar deuren. Hoewel zeilers om ons heen de signalen in de wind sloegen en toch vertrokken, wilden wij niet onze ogen sluiten voor de ontwikkelingen. Ja we wilden avontuur, ja we wilden naar het Pacific Paradise. Maar wat we niet wilden was een toch al fragiele maatschappij midden in de oceaan, zonder goede gezondheidszorg en met een gezonde, historisch geboren aversie tegen buitenlandse ‘indringers’ die van oudsher ziektes met zich meebrachten, ontwrichten met onze aanwezigheid.
Ook werden we ons extreem bewust van onze eigen penibele situatie. Tjaart en Linde hebben beide een longaandoening. Stel dat zij het virus kort voor vertrek uit Panama zouden hebben opgelopen? En vooral wilden we zeker weten dat iedereen thuis gezond zou zijn en blijven. Hoewel er geen vliegtuig naar Nederland ging, voelden we ons in Panama, met internet en mobiel bereik bij de hand, een stuk dichter bij huis dan in Frans Polynesië.
Wachten duurt lang
Dus wachtten we. En wachtten we. En wachtten we. Tot er 66 dagen verstreken waren. 66 lange dagen. Waarvan sommigen een achtje als rapportcijfer zouden krijgen, anderen een zesje. Maar eerlijk gezegd kregen veel dagen ook een dikke onvoldoende. Nogmaals, we klaagden niet. Maar we waren niet op reis gegaan met een zeilboot om 66 dagen voor anker te moeten liggen met z’n vieren op een paar vierkante meter.
66 Lange dagen gingen voorbij. Tot Frans Polynesië verklaarde ‘het virus bedwongen te hebben’ (er waren slechts 60 gevallen, geïsoleerd op twee eilanden, niemand overleden). En enkele dagen later kwam het bericht dat boten weer vrij tussen de eilanden van een archipelago mogen bewegen.
Nee, er is geen officieel groen licht. We verwachten eerlijk gezegd ook niet dat dat er gaat komen dit jaar. Maar er is wel vertrouwen, noem het een oranje licht. Vertrouwen in Frans Polynesië en het effect van de maatregelen daar. Vertrouwen in de situatie in de wereld en vooral in Nederland. Vertrouwen in de gezondheid van onze geliefden en vrienden. Vertrouwen in onze eigen gezondheid. En, misschien wel het meest belangrijk, vertrouwen in onszelf. Want lag de afgelopen 66 dagen alles onder een sluier van zorgen, onzekerheid, onrust en gelatenheid, nu klaart de lucht langzaam op en zien we weer meer dan een streepje licht aan de horizon.
We halen ons anker op en gaan
Zeilers die nu in Frans Polynesië arriveren, mogen blijven en kunnen zonder restricties de eilanden op. Dat is meer dan we hier mogen. Hier geldt nog steeds de strikte lockdown. Wij mogen de eilanden niet bezoeken. Panamezen mogen zes uur per week de deur uit, gebaseerd op hun sekse en laatste cijfer in hun paspoort. Er zijn onlusten, protesten en demonstraties. 30% van de Panamezen leefde al onder de armoedegrens en door gebrek aan werk door deze crisis groeit dat percentage rap. Mensen hebben honger. Al twee keer hebben localsgeprobeerd onze bijboot en die van medezeilers te stelen. Ik (Mariska) had deze week een arts nodig, maar mocht niet het land op. Uiteindelijk heb ik in overleg met de Radio Medische Dienst op basis van zelfdiagnose antibiotica genomen. Geen prettige situatie.
Kortom, voelden we ons hier aanvankelijk veiliger, gezonder en beter af, langzamerhand groeit het besef dat Frans Polynesië zeker niet een slechtere, minder veilige of onverstandiger keuze is. Bovendien, waren we niet ooit op reis gegaan voor het avontuur?
Dus wij hijsen de zeilen en vertrekken met vertrouwen op onze 4000 zeemijlen lange tocht. Er kan nog veel veranderen en ten goede keren in de vijf weken die we onderweg zullen zijn. We melden ons vanuit Frans Polynesië.
Muchos gracias y adios Panama. Bonjour PolynésieFrançaise!