Artikel ZEILEN: De wereld als klaslokaal.
Even voorstellen
Wij zijn Tjaart (52), Mariska (46), Linde (12), Berber (3) en soms Luuk (15). Wij komen van Texel en varen sinds juli 2018 op onze Zouterik voor onbepaalde tijd de wereld rond. Ons favoriete spelletje aan boord is het ‘Amsterdam Onbewolkt’ kwartet dat we kregen toen we Amsterdam verruilden voor Texel om onze reis voor te bereiden.
Boodschappenkratten vol
“Ik ga op reis en ik neem mee… Oh jee, vier boodschappenkratten met schoolboeken!” Linde wist niet wat ze zag toen het lespakket van de Wereldschool een paar weken voor ons vertrek arriveerde. Ze schrok niet alleen van de omvang, maar zag ook als een berg op tegen naar school gaan aan boord. Ik dacht vooral: “Waar laten we in vredesnaam al deze boeken en lesmaterialen”.
Acht maanden later heeft alles een plekje gekregen en hebben we een ritme gevonden in les geven op onze varende school. Maar niet zonder slag of stoot. Heel wat ergernis en onenigheid zijn er aan vooraf gegaan. Linde zit in de brugklas en wij hebben gekozen voor een volledig lespakket van de Wereldschool. Dat bevalt ons goed. Er is structuur, er zijn leraren en leraressen, er is een mentor en er is feedback op Lindes onderwijsprestaties door de toetsen die ze maakt. Er is één grote maar: probeer maar eens naar school te gaan in een lokaal dat altijd beweegt, schuin ligt of stikheet is. Of met een jengelend zusje om je heen. En hoe zorg je dat je kind binnen zit te werken terwijl buiten het blauwe water om een zwempartij roept?
Moeilijke start
Les geven aan boord heeft ons in de afgelopen maanden twee belangrijke lessen geleerd: durven loslaten en vertrouwen op onze intuïtie. Bij aanvang van het schooljaar volgden we braaf het schema van de Wereldschool. Dat voorzag in zo’n 6 tot 8 lesuren per dag inclusief huiswerk. Dat lukte tot en met Portugal nog aardig. We lagen meer voor anker dan dat we vaardagen hadden en we ontmoetten nog niet zoveel andere boten. Maar naarmate we meer en langere oversteken maakten naar Madeira, de Canaries en Kaapverdië begon Lindes achterstand op te lopen en zakte haar motivatie. Alle andere kinderen waren aan het zwemmen (want basisschool en dus aanzienlijk minder lesuren per dag) terwijl zij zat te zweten in de kajuit.
Bovendien merkten we dat het lesmateriaal soms ver van haar dagelijkse belevingswereld af stond. Een les voor natuur- en scheikunde over de werking van centrale verwarming is nou eenmaal niet erg toepasbaar als je continu in temperaturen van meer dan dertig graden verblijft. Ook begon het te wringen in de combinatie tussen onze brugklasser en haar zusje van drie die bij elke maning tot stilte harder begon te blèren om aandacht.
De wereld als klaslokaal
Dat alles bracht ons na een half jaar tot een belangrijk inzicht en parallel daaraan een nieuwe visie op onderwijs aan onze brugklasser: onze boot en de wereld om ons heen zijn één groot levend klaslokaal. Sindsdien richten we het onderwijs daar op in. Die lessen over centrale verwarming buigen we om tot een presentatie over onze energiehuishouding met zonnepanelen en windmolentje. Een presentatie voor biologie over een dier wordt een presentatie over ons bezoek aan de jungle van Suriname. En als we in het Caribisch gebied besluiten waar we het orkaanseizoen gaan doorbrengen, springen we met aardrijkskunde naar het hoofdstuk dat gaat over hurricanes en overstromingen in plaats van een topografietoets over Nederlandse hoofdsteden te maken. De Wereldschool ondersteunt deze aanpak van harte.
Tot slot, en misschien wel het belangrijkst, hebben we besloten het lesschema van de Wereldschool los te laten. Dat betekent wel dat we soms een paar dagen geen schoolwerk doen omdat we een auto hebben gehuurd om het eiland te bekijken of omdat we net in een prachtige baai met snorkelmogelijkheid liggen. Maar anderzijds betekent het ook dat de ‘levende lessen op locatie’ die daarna volgen veel meer betekenis krijgen en beter beklijven bij Linde.
Sinds deze ommezwaai in onze aanpak is de stemming aan boord zienderogen verbeterd en denken we een goede invulling te hebben gevonden voor de rest van onze reis. We vertrouwen erop dat Linde hoe dan ook een zee aan ervaring gaat opdoen.
Vertrouwen in de goede afloop
Onze grootste bevestiging kregen we van onze zeilvrienden van de Kandu. Hun zoon Bryce (nu 17) heeft tijdens de vier jaar van hun wereldreis geen structureel onderwijs gevolgd. Alleen een jaar Franse les tijdens hun verblijf in Frans Polynesië. Ze zijn nu weer thuis in Californië en tijdens de intake van Bryce op de universiteit van zijn keuze, bleek dat hij in die vier jaar tijd slechts een half jaar kennisachterstand heeft opgelopen. Met onze Linde komt het dus wel goed!
Wat vinden Linde (12) en Berber (3) er zelf van?
Linde: “Ik heb eigenlijk elke dag les. Maar niet elke dag uit de boeken. Want zelfs als we op pad zijn, leer ik over planten, dieren en landen. Mijn meest bijzondere ervaring is dat ik een leguaan heb gered die vastzat in een regenpijp. Ik heb hem langzaam aan zijn staart naar buiten getrokken, want bij biologie had ik geleerd dat de staart van leguanen niet afbreekt.”
Berber: “Ik vind Engelse woordjes leren het leukst!” (We doen elke dag een uurtje ‘English hour’ met de kinderen en spreken dan alleen maar Engels met elkaar).
Tips voor onderwijs aan boord
1. Durf het standaard curriculum los te laten en gebruik je ankerplek of eiland van dat moment als inspiratie. Spring naar het hoofdstuk over vulkanen als je op Lanzarote bent, ook al is dat onderwerp eigenlijk nog lang niet aan de beurt.
2. Laat je kind vier lessen van hetzelfde vak op een dag doen in plaats van vier verschillende vakken. Zo voorkom je zeeziekte, gedoe en tijdsverlies als je iedere keer de nieuwe boeken moet zoeken.
3. Bij meerdere kinderen in diverse leeftijdscategorieën: neem het andere kind mee zwemmen, de wal op of ga samen klusjes doen. Dat voorkomt irritatie bij het broertje of zusje dat hard zit te werken.