Zouterik op reis

View Original

Bikini bodies

Voor ons vertrek vorig jaar zomer, bekeek ik kritisch mijn voorraad bikini’s. Niet om te bezien of de stof te dun geworden was of de rek uit het elastiek. Maar of ze mijn lijf nog wel flatteerden. Waar die ene gekleurde bikini vorig jaar nog leuk afstak tegen mijn bruine huid, vind ik het nu maar een flets geval op mijn nog witte lijf. En liet die zwarte haltertop vorige zomer mijn schouders nog voordelig uitkomen, nu wordt mijn aandacht afgeleid door het bijpassende broekje dat in mijn ogen veel te strak rond mijn heupen zit. En paste die rode bikini me vorig jaar echt nog? Ik krijg m’n billen er nu amper ingepropt.

Wat zijn wij Nederlandse (of westerse?) vrouwen toch kritisch op onszelf. Geen enkel flubbertje, striae-streepje, vetrolletje of puistje mag het daglicht zien, en al helemaal niet als we ons lijf in bikini moeten vertonen. Erger nog, we nemen elkaar naar hartelust de maat als we elkaar vriendelijk groeten op het strand, maar in het voorbijgaan achterom kijken en stiekem blij constateren dat ‘haar kont toch ook wel wat dikker is geworden’.

Leven met een vetrol te veel

Ik overdrijf natuurlijk een beetje. Met het passeren van de 45 jaar-grens, realiseer ik me heus dat ik geen twintiger meer ben. Ik heb twee kinderen gebaard en ik ben niet (meer) zo streng voor mezelf waar het af en toe een bourgondische eet- en drinkuitspatting betreft. Al helemaal niet nu we de reis van ons leven maken. Dus voor dat vetrolletje knijp ik echt wel een oogje dicht. En ook voor een bikini in een maat groter schaam ik me niet meer. Maar toch blijft dat kritische stemmetje ergens binnenin altijd z’n mondje roeren. En kijk ik toch elk jaar weer angstvallig in de spiegel hoe genadeloos het afgelopen jaar heeft toegeslagen waar het gaat om putten, rollen en andere onflatteuze lichaamskenmerken. Wat mijn vent er van zegt, doet er eigenlijk niet zo veel toe. Ik ben zelf mijn grootste criticaster.

Trotse lichaamsvertoning

Hoe anders is dat hier in Zuid Amerika en het Caribisch gebied! Elke straat is een grote flaneerzone. De dames pronken naar hartelust met hun welgevormde, in onze ogen veeeeel te volle billen. Oud of jong, getrouwd of single, met of zonder kinderen, het maakt niet uit. Zwarte vrouwen ‘dragen hun lijven met trots’. Met hoeveel vetrollen, putten in de billen of kwabben rond de dijen ze ook gezegend zijn, zo plat als een dubbeltje (komt hier zelden voor) of getooid met een enorme boezem, hun kleding is even strak, kleurrijk en uitbundig. Ze tonen hun lijven, wat zeg ik, ze pronken ermee en zijn er simpelweg trots op.

En het mooiste is dat het zelfvertrouwen van de dames kennelijk zo aantrekkelijk is, dat het mannelijke deel van de bevolking naar hartelust met ze flirt. Muziek is nooit ver weg en voor je het weet, ontstaat er een broeierige sfeer en wordt er op straat gedanst, ook al is de ochtend nog niet eens voorbij.

Do as the locals do

Ik bekijk en onderga het allemaal met stijgende pret en waardering. En na een paar weken aan de overkant van de oceaan, durf ik er zelfs aan mee te doen. Opvallen als westerlingen doen we toch al en het plaatselijke manvolk vindt ons hoe dan ook te skinny, plat en armetierig. Men houdt er hier gewoon een ander schoonheidsideaal op na. Het enige dat ze wel aantrekkelijk lijken te vinden is ons blonde haar en het simpele feit dat we ‘anders’ zijn. Dan kan ik maar beter gewoon laten zien wat ik in huis heb zodat ik nog een beetje ‘blend’ tussen de plaatselijke vrouwen. Bovendien verzekert manlief me dat maar weinig mannen opgewonden worden van te plat en te dun. Ik sla dus geen wijntje meer af en het local food laat ik me beter dan ooit smaken. Dat die bikini dan wat minder goed past, neem ik op de koop toe. Ik reken erop dat mijn gegroeide zelfvertrouwen die vetrol ruimschoots overtreft.