Een nieuw continent
Kaapverdië. Land van stranden en bergen. Van groen en tropisch tot woestijnachtig en vulkanisch. Voet aan land zetten in Kaapverdië betekent voor ons ook de eerste kennismaking deze reis met een ander continent dan Europa. We arriveren in Afrika! We vinden het spannend en hebben er veel zin in. Na exact zeven dagen en nachten varen en ruim 850 mijl verwijderd van La Gomera zien we de eilandengroep aan de horizon verschijnen. Tijdens mijn wacht die nacht van 23 tot 2 uur zie ik de eerste lichtjes in de verte. En als Tjaart mij om 5 uur in de ochtend wekt voor mijn ochtendwacht en ik slaperig mijn hoofd boven het luik uitsteek, zie ik de duidelijke contouren van talloze eilanden donker afsteken tegen een maanverlichte hemel.
Afrikaanse etensluchten
De kinderen voelen het aan en worden die ochtend extra vroeg wakker. Met een boterham op schoot en een kopje thee bij de hand kijken we naar de zonsopkomst en de eilanden die steeds dichterbij komen. Als we tussen San Vincente en San Antao doorvaren en begroet worden door een groepje dolfijnen, ruiken we het: de duidelijke geur van land. Een andere geur dan we gewend zijn. Kruidig, broeierig, intens, vochtig. Etensluchten dringen onze neusgaten binnen. We voelen ons opgewonden en staan met z’n vieren voor op de punt terwijl Japie de stuurautomaat ons steeds dichter bij de baai van Mindelo brengt.
Drukte van belang
Een uurtje later varen we de drukke haven binnen. Het is negen uur ’s ochtends en het wemelt van de boten. Niet alleen op het water is het druk, ook op de steigers ziet het zwart van de mensen. Over twee dagen wordt hier het startsein gegeven voor de ARC, een transatlantische rally naar het Caribisch gebied. Bemanningen van zo’n 80 boten uit alle uithoeken van de wereld maken zich klaar voor vertrek. Ze bevoorraden hun schepen met verse groenten en fruit, blikvoer en veel water. En ze voeren de laatste reparaties uit. Ze maken in feite dezelfde oversteek als wij over een paar weken, maar dan min of meer in groepsverband en begeleid. Het zorgt voor een drukke maar plezierige sfeer in de haven.
Vanwege de ARC was er niet eerder dan 22 november plek voor ons in de haven, maar als we op goed geluk het havenkantoor oproepen via de marifoon, vertelt de havenmeester ons dat we er nog wel bij kunnen. De meiden zijn blij want na zeven dagen en nachten op zee is het fijn om de wal op te kunnen wanneer ze dat willen in plaats van afhankelijk te zijn van een bijboot. Twee mannen in een rubberboot gaan ons voor naar onze plek in de haven en helpen ons met onze voorlijnen die aan een meerboei moeten worden vastgemaakt.
Op de steiger worden we direct enthousiast verwelkomd door Guido van de Morgaine die een dag eerder is aangekomen. Bij het havenbarretje bestelt hij lekkere tosti’s voor ons die we met veel smaak in onze kuip verorberen. Niet bepaald een Afrikaanse maaltijd, maar de etensgeuren die onze neusgaten binnendringen, beloven ons nog voldoende Afrikaanse gerechten. We gaan ons onderdompelen in alles wat Kaapverdië te bieden heeft!
Deze column is ook gepubliceerd op lindanieuws.nl