De wereld achter tralies
De wereld achter tralies
Ze doen dienst als handdoekdroogrekje. Of ik hang er een handwasje aan op. Soms hangen er zeiljassen te drogen. En ’s ochtends zijn ze het eerste dat ik zie als ik mijn ogen open doe. Ik heb het over tralies. Op vier plekken in onze boot heeft Tjaart ze geïnstalleerd voor de luiken. In Lindes hut, de hut die Berber en wij delen, de kajuit (woonkamer) en voor de hoofdingang.
Scepsis
De metaalsplinters vlogen in het rond toen ze met enig passen en meten gemonteerd werden in juni. We lagen veilig in onze thuishaven Texel en de noodzaak was ver te zoeken. Grote hangsloten gingen erop en klaar was de klus. Ik keek er met enige scepsis naar. Is dat nou echt nodig? Gaan we verdorie op reis om onze vrijheid tegemoet te varen, moeten we die mooie wereld bekijken vanachter tralies… En het zijn ook onze vluchtwegen. Brengen we onszelf niet juist in gevaar nu?
Schrikbeeld
Maar Tjaart was onverbiddelijk. Een ochtend koffiedrinken met onze vrienden die net terug waren van hun zeilreis gaf de doorslag. Onderweg op de Kaapverden werden zij het onfortuinlijke doelwit van overvallers. Niet alleen werd alles van boord geroofd; tot overmaat van ramp werden ze ook twee uur lang vastgehouden op hun boot en zwaar toegetakeld. Een horrorverhaal dat het landelijke nieuws haalde en waar we met afgrijzen aan terugdenken.
Kaapverden
Wij vertrekken over enkele dagen naar die sindsdien veelbesproken Kaapverden. Want niet alleen onze vrienden zijn gemolesteerd en beroofd, ook andere boten zijn in het verleden het doelwit geweest. Waakzaamheid is dus nodig. Vandaar die tralies. Tjaart legt dezer dagen de laatste hand aan de werking ervan. Het luik moet van binnen ook nog goed afgesloten kunnen worden zodat zelfs een koevoet kwaadwillenden buiten ons schip houdt.
Scenario’s doornemen
Als we in een rustige Canarische haven veilig in bed liggen en door de bewuste tralies naar de sterrenhemel kijken, bespreken we de scenario’s. Wat doen we als we ’s nachts voetstappen op het dek horen? Maken we Berber wakker en brengen we haar naar Lindes kamer? Blijven we stil en wachten we af tot ze tot de conclusie komen dat ze daadwerkelijk niet naar binnen kunnen? Of maken we juist zo veel mogelijk lawaai, doen we de deklichten aan, zetten we de stereo op tien en blazen we op de misthoorn om ze af te schrikken? Of maken we ze dan juist razend en extra gemotiveerd om onze boot open te breken? Met andere vertrekkers bespreken we de tactieken. En spreken we zaken af als het gaat om bijboten, ’s nachts wachtjes draaien, niet alleen op de boot achterblijven, niet alleen naar de wal en meer van dat soort zaken.
Vasthouden aan ons plan
De eerste paar keren dat het onderwerp op tafel komt, grijpt het me naar de keel. Het zal ons toch niet echt overkomen? De kneuzingen en blauwe plekken van onze vrienden verschijnen regelmatig op mijn netvlies. Maar na een paar dagen is het onderwerp wat ingedaald. We laten ons toch zeker niet overvallen? En erger nog: we laten ons ons pas verworven gevoel van vrijheid toch zeker niet afnemen door een stelletje onverlaten? Tevreden bekijk ik de wereld nog eens vanachter mijn tralies en ben blij met Tjaarts vasthoudendheid om die dingen te installeren. Wij varen elke dag een beetje meer onze vrijheid tegemoet. En natuurlijk zijn we alert en waakzaam. Maar als een getralied kooitje in de wereld waarin we leven nodig is, dan nemen we dat maar voor lief. Wij laten ons er niet door belemmeren en houden vast aan ons reisplan.
Dit artikel is ook gepubliceerd op lindanieuws.nl.