Gevangen in het paradijs (ook gepubliceerd in de Texelse Courant)
Geen bezoek meer bij de Gollards, de oproep van de huisartsen aan toeristen om niet naar Texel te komen, het centraal eindexamen dat niet doorgaat, de maandagmarkt die wél doorgaat (en waar veel mensen iets van vinden), de brief van de burgemeester aan de kinderen van Texelen zelfs de TESO moet eraan geloven met minder afvaarten… Het dagelijkse nieuws van thuis heeft wel een heel trieste lading de afgelopen weken. Kijken we normaal gesproken reikhalzend uit naar nieuws van Texel zodra we weer ergens een telefoonkaartje kunnen kopen of wifi kunnen vinden, nu kennen we de teneur inmiddels en durven we het nieuws van thuis nauwelijks meer te lezen.
Wij, Tjaart (53), Mariska (47) en onze kinderen Linde (13) en Berber (4), liggen met ons zeilschip Zouterik op de Las Perlaseilanden, een archipel van meer dan 200 kleine, vooral onbewoonde eilandjes 35 zeemijl uit de Stille Oceaankust van Panama. En we liggen hier vast. Opgesloten in het paradijs. Sinds vier dagen geleden hier het eerste Coronageval is vastgesteld, zitten we in quarantaine op onze boot. Nu zitten we altijd met z’n vieren in een kleine ruimte, al sinds we in de zomer van 2018 Texel achter ons lieten, maar als je gedwongen wordt op je boot te blijven, voelt dat toch anders.
We voelen ons gevangen. Niet omdat we thuis moeten werken en onze kinderen thuis les moeten geven. Dat is al 20 maanden onze dagelijkse praktijk. We zitten gevangen in onze reis, in ons vaarplan. Vier dagen geleden zou de grote dag zijn. De dag waar we al sinds ons vertrek uit Nederland naar uitkeken. De dag die sinds onze transit door het Panamakanaal continu door onze hoofden spookte. Die dag zouden we voorlopig voor de laatste keer in zo’n vijf weken tijd ons anker ophalen. Voor ons lag de Grote Oceaan. Maar liefst 4000 zeemijlen scheidden ons van Frans Polynesië. Over 30, 35 of misschien wel 40 dagen zouden we op de Marquesas aankomen en dan begon ons grote Pacific adventure.
Maar vroeg in de ochtend van ons vertrek kwam het nieuws: Frans Polynesië had z’n grenzen gesloten. Zeilers kwamen er niet meer in en kregen slechts twee keuzes: boot op anker achterlaten en naar huis vliegen of proviand inslaan en doorvaren. Voor het eerste voelen we niets. Wie laat er nu zijn huis onbewaakt op anker achter? En dat naar huis vliegen ging ‘m ook niet worden want geen vliegtuigen meer vanaf de Marquesas. Optie 2 was ook niet reëel, want we zijn niet op reis gegaan om het mooiste deel van de wereld (zeggen ze) zomaar voorbij te racen. Bovendien kunnen we nergens naar toe want Fiji, Tonga, Samoa, Nieuw Zeeland en Australië zitten ook op slot. De grote blauwe belofte voor ons wordt door Corona ineens een groot zwart gat. Onze vaarplannen voor dit seizoen zien we in rook opgaan.
En we maken ons zorgen. Over onze familie en vrienden thuis. We volgen het nieuws op de voet. De viruscellen waar wij als leken niets van begrijpen, trekken hun eigen intelligente maar verwoestende spoor van ziekte, dood, angst, paniek en hamsterzucht door de wereld. Het verlamt me en onze wereld wordt nog kleiner dan ‘ie normaal gesproken op onze 12 meter lange boot al is. In plaats van bedenken wat ik allemaal met onze tijd aan boord zou kunnen doen na school, broodbakken, de was doen en koken, dacht ik alleen maar: hoe kom ik hier vanaf, hoe redden we ons uit deze situatie, hoe moet het nu verder met onze reis?
En ik heb helemaal geen tijd over. In plaats van me nuttig te maken met eindelijk eens de boot een goede schrobbeurt te geven, kastjes op te ruimen, een spelletje te spelen met de kinderen of onze voorraden te checken voor nog ergere tijden, ben ik continu bezig heen en weer te lopen tussen mijn zitplaats in de kuip en het oplaadpunt voor mijn mobiel. Ik heb de eerste vier dagen elk vrij uur per dag volkomen wezenloos alles nieuwssites open gehad, alle Facebook en Instagram berichten over Corona gelezen en me suf gezocht naar informatie over het virus, de stand van zaken in Nederland, Panama en alle landen om ons heen. Ik verloor de hele dag aan het scrollen door Facebook updates tot ik inzag dat het me geen steek verder zou brengen. Door al dat gescroll en gesurf dat tot niets anders leidt dan lethargie, loopt die godvergeten batterij nog sneller leeg dan normaal en is de dag alweer voorbij zonder dat ik ook maar iets nuttigs heb uitgevoerd.
En toen kwam er een appje van mijn vriendin Anja van Texel. Met drie mooie foto’s. Van de steiger van Sil, van het uitzicht over De Cocksdorp vanaf de Waddendijk en een plaatje van de Roggesloot. Dankjewel lieve Anja! En toen wist ik het ineens. Het zou allemaal goedkomen. De wereld draait gewoon door. Ja, het virus zal ons nog een tijd bezighouden. Ja, er zullen nog veel mensen ziek worden en overlijden. Maar Corona is een storm die we zullen moeten laten uitrazen, over ons heen moeten laten komen. Als zeilers weten we als geen ander hoe dat moet. We kijken naar de omstandigheden en verleggen onze koers. Dat zien we ook op Texel. Want Corona mag dan een ongenode gast op ons thuiseiland zijn geworden, dat betekent niet dat de Texelaars zich eronder laten krijgen. Kinderen tekenen hartjes voor de Gollards, het zorgpersoneel krijgt eindelijk eens de waardering die het verdient, de Slock bedenkt een pubquiz voor je thuiscafé, mensen doen boodschappen voor elkaar en restaurants bezorgen maaltijden thuis.
Wij blijven voorlopig nog even liggen waar we liggen, voor ons kleine eiland in de Las Perlas. We hebben het hier zo slecht niet. Want ook hier gaat de zon elke dag nog stralend op, net als thuis. Texelaars, houd vol. Het komt goed!