Zouterik op reis

View Original

Koersverlegging op de Labradorzee

Na een zwervend bestaan van vier jaar bereiden Mariska, Tjaart en hun dochters Linde en Berber zich in Canada voor op de laatste etappe naar huis. Ze spendeerden de winter in British Columbia en vervoerden hun schip op een truck naar Québec. Ze zeilen in juli 2022 met Zouterik vanaf Newfoundland naar Labrador. Daar wachten ze een gunstig weervenster af om over te steken naar Groenland en vervolgens door te zeilen naar IJsland en de Faroër eilanden. Maar dan doet zich een ongewenste plotwending voor.

“Schat, ben je wakker?” Het is stikdonker en koud. De wind giert door de verstaging en Zouterik ligt te rukken aan haar lijnen. Ik draai m’n door Covid geteisterde lijf kreunend om en werp een slaperige blik op de wekker. Die zou om 4 uur af gaan voor ons vertrek naar Groenland. Maar ik zie dat het net middernacht is geweest. Tjaart is nog een keer naar de wifi gelopen om het weer te checken. Zijn boodschap is niet best. Het benodigde weervenster van vijf dagen kalft af. Op het moment dat wij de zuidpunt van Groenland naderen, staat er volgens de laatste verwachting 40 knopen wind. De depressie die in de eerdere voorspellingen leek op te lossen, intensiveert nu juist, verplaatst zich naar het oosten en doorkruist onze route.

Alleen in Battle Harbour

Het is vroeg in de koude ochtend van 22 juli. We liggen sinds een paar dagen helemaal alleen in het haventje van Battle Harbour, een voormalige visserijnederzetting op Battle Island, Labrador. We zijn getuige van de laatste vaart dit seizoen van het voetveer vanuit het verderop gelegen Mary’s Harbour. Een handjevol dagjesmensen struint langs Zouterik.

Battle Harbour lijkt het ideale vertrekpunt voor onze oversteek naar Groenland. Hemelsbreed liggen er zo’n 600 zeemijlen tussen ons en de overkant. De weersomstandigheden op de Labradorzee zijn grillig en onvoorspelbaar. Hoewel het hoogzomer is, is het een komen en gaan van depressies die vanuit het arctische Baffin Bay enkele honderden mijlen noordwaarts, naar het zuiden worden geblazen. Ook in Battle Harbour zijn de arctische invloeden voelbaar. De dieselkachel op Zouterik loeit alweer dag en nacht en buiten dragen we onze mutsen en handschoenen. Warmer dan 10 graden is het overdag niet.

Stemmen uit het verleden

Battle Harbour is slechts een nachtje doorzeilen vanaf Port au Choix op Newfoundland waar we de afgelopen twee weken noodgedwongen doorbrachten in verband met de reparatie van onze autopilot. Maar opnieuw belanden we in een totaal andere wereld. We varen zo dicht mogelijk langs de kust van Labrador om zoveel mogelijk van het landschap te zien. De grillige kustlijn is verpakt in geblinddoekte mist. We passeren verzonken rotsen onder wassend water. Drassig grasland en tundra landschap lopen landinwaarts over in dennenbossen en bergen. We zeilen langs onherbergzame kusten waar Vikings, Basken, Engelsen en Fransen, Portugezen en Spanjaarden elkaar afwisselend bevochten om eigendom. Het zijn wateren waar kabeljauw, heilbot, kreeft en garnalen al eeuwen vissersschepen lokken. Waar de Atlantische Oceaan onophoudelijk likt aan het verleden. Gemeten in mijlen is de afstand tot de moderne wereld klein. Maar gemeten in jaren voel ik me een tijdreiziger die terugflitst naar de 19e eeuw.

Battle Harbour was eens een bloeiende nederzetting met enkele duizenden inwoners. Nu is er weinig anders meer dan een achtergelaten historisch dorp. Een stichting heeft het behoud ervan verzekerd. Het dorp is met zijn enorme schuren vol met achtergelaten memorabilia die stil getuigen van een rijk visserijverleden, nu een toeristische trekpleister.

Plannen deinen mee met de actualiteit

Ondanks de zorgen over de tijd die begint te dringen, proberen we te genieten van opnieuw een bijzondere plek. Een bestemming die we nooit zouden hebben gezien als Covid niet onze route zou hebben overgenomen. Als we iets geleerd hebben deze reis, is het wel dat je als zeiler niets anders kunt doen dan mee te deinen op het steeds wisselende tij. Het is de kunst om elke ongeplande plotwending om te buigen van iets dat wellicht initieel als ongewenst voelt, naar nieuwe mogelijkheden. Zo groeide ons plan voor de noordelijke route: door Covid geen traditionele wereldomzeiling maar vanuit Frans Polynesië via Hawaii en Alaska naar Canada. Daarna over land naar de oostkust en nu vanuit Labrador via Groenland, IJsland en de Faroër eilanden terug naar Nederland.

De beste maanden voor deze route zijn juli en augustus. Dan is de hoeveelheid ijs aanzienlijk geslonken en de wind het gunstigst. Door onze monstertocht over land waren we al laat. Maar door onze defecte autopilot hebben we nog meer vertraging opgelopen. De meeste andere boten die dit seizoen kozen voor dezelfde route liggen op IJsland en maken zich al klaar voor de oversteek naar de Faroër eilanden. En wij moeten nog vertrekken naar Groenland. We voelen meer dan ooit de hete adem van de korte zomer in onze nek.

Ons schip in haar element

Aan ons schip ligt het niet. Zouterik is in haar element op hogere breedtes. Was ze nogal overgekwalificeerd voor de tropen, vanaf onze oversteek naar Alaska voelde onze Koopmans zich als een vis in het water. Was het aluminium in de tropen regelmatig te heet, voelde het pilot house overbodig, bromden we vaak op onze twee net te kleine kuipen, klaagden we tussen alle catamaran-appartementen over het gebrek aan ruimte voor de kinderen en was die dieselkachel altijd een sta in de weg, nu ineens dringt de waarheid tot ons door.

In de kou is het deck house fantastisch, vanaf het wachtbankje overzie je alles. De twee kuipen blijken heel functioneel: een kleine stuurkuip in het midden en een grotere achterkuip die we als badkamer gebruiken. Aluminium blijkt fantastisch sterk materiaal in het ijs. De beperkte ruimte binnen geeft veel houvast tijdens de ruwere omstandigheden die we in de North Pacific over ons heen krijgen. En de kachel brandt comfortabel 24 uur per dag. Onze overwintering in Canada met regelmatig een foot sneeuw op het dek bevestigt ons gevoel: Zouterik en wij zijn klaar voor meer ijs, kou en ruigere omstandigheden.

Voorbereid op hoge breedte

Sinds onze overwintering op Vancouver Island bereiden we ons voor op de nieuwe route. We steken ons licht op bij ervaren medezeilers. We doen online research en we maken een lijst met to do’s en to buy’s. Ook met onze meiden praten we over de plannen. Linde herstelt van een zware hersenschudding die ze in februari in de sneeuw opliep en ze moet wel voldoende fit zijn om de uitdagingen van de route aan te kunnen.

In Québec zetten we Zouterik na haar road trip beter in elkaar dan ooit tevoren. We verdiepen ons in de ijskaarten die door diverse instellingen worden gepubliceerd. In de monding van de St. Lawrence, langs de kust van Newfoundland en Labrador en tot ver op de oceaan drijven het hele jaar door honderden enorme ijsbergen. De Canadian Ice Service (CIS) brengt ze dagelijks via satellietbeelden in kaart en publiceert kaartjes met daarop het aantal ijsbergen in diverse kwadranten. De Greenland Ice Service doet hetzelfde voor de ijssituatie rondom Groenland. In de weken na ons vertrek uit Québec maken we ons vertrouwd met de terminologie op de kaarten en oefenen we met het snel interpreteren van de legenda’s die bestaan uit driehoekjes, rondjes, eivormige figuren en cijfers.

Routering door Bruce Almighty

We vragen onze Australische weerrouter Bruce Buckley alvast weer paraat te staan. Een jaar eerder hebben zijn aanwijzingen ons veilig van Hawai’i naar Kodiak Island in Alaska geloodst. Hoewel Bruce niet eerder zeilers op dit stuk water heeft begeleid, hebben we een rotsvast vertrouwen in de man. We noemen hem Bruce Almighty want hij overziet als geen ander het grotere weerbeeld en interpreteert satellietbeelden zoals wij dat nooit zouden kunnen.

Natuurlijk volgen we zelf ook wekenlang het weer om een beeld te krijgen van de ontwikkelingen op het traject tussen Canada, Groenland en IJsland. De windrichting in de zomer is overwegend westelijk, maar tot Groenland moeten we rekening houden met een noordelijke component en depressies vanuit Baffin Bay. Rond IJsland spelen zomerdepressies een rol die zowel ten noorden als ten zuiden van het eiland passeren. De wind rondom IJsland volgt een bepaald patroon. Ten noorden van het eiland zit er een oostelijke component in, ten zuiden een westelijke. We denken dus aan een aankomst in Reykjavik. En omdat we weinig tijd hebben, willen we vervolgens via het zuiden tegen de klok in richting de Faroër zeilen.

Het uur van de waarheid

Terug naar Battle Harbour. Al een paar keer hebben we ons vertrek uitgesteld omdat het weervenster voor de oversteek naar Nanortaliq niet goed genoeg is. Gelukkig stuurt Bruce elke dag een update. Op 21 juli geeft hij, hoewel aarzelend, groen licht.

Maar Tjaart is al dagen onrustig. Hij slaapt slecht, doet elke dag controles aan de motor, ziet bij de hennegatskoker nog wat waterdruppels en knutselt van dinghy-reparatiemateriaal en met hulp van Harry Koopmans van Koopmans Kasko’s een gaiter (soort hoes) die dat moet oplossen. Ik heb koorts en ben verkouden. Nadat Linde eerder al Covid opliep, test ik nu ook positief. Met een zeef lijf en hoofdpijn duik ik vroeg mijn kooi in.

Tot Tjaart me om middernacht uit een koortsige droom haalt met het verslechterde weerbericht. Dit voelt niet goed. We liggen ver achterop in het seizoen en de druk om nu een weervenster te pakken dat er maar enigszins goed uitziet is erg groot. Té groot. We hebben de afgelopen jaren geleerd in lastige situaties op ons instinct te vertrouwen. Dat doen we ook deze keer. Na een paar uur slaap hebben we familieberaad en komen tot een weloverwogen besluit: bij twijfel niet doen.

Zeilen op noordelijke breedtes staat geen foutmarge toe. De overlevingstijd in koud water is zelfs met onze overlevingspakken beperkt. We varen met ons gezin en willen dus geen enkel risico nemen. Bovendien zou het nu door de tijdsdruk neerkomen op even landje aantikken en weer door. We willen niet direct bij aankomst op Groenland en IJsland alweer klaar moeten liggen voor vertrek omdat we geen weergat kunnen missen. Dat doet geen recht aan de prachtbestemmingen, noch aan de kwalitatieve manier waarop we de afgelopen jaren hebben gereisd.

Het roer om

We gooien onze plannen dus radicaal om. In plaats van Groenland, IJsland en Faroër, richten we onze steven op St. John’s, de hoofdstad van Newfoundland. We besluiten daar een goed weervenster af te wachten voor vertrek naar de Azoren. In september zeilen we dan terug naar het vasteland van Europa.

Door de nieuwe zuidelijke route krijgen we weer controle over onze reis en kunnen we de zorgen wat laten varen. We zeilen de zomer tegemoet, meer met de wind in onze rug en met veel minder kans op stormen. Er valt een last van onze schouders.

Op 24 juli vertrekken we naar St. Johns. We zwaaien naar de ruige oostkust van Labrador en zeggen ook onze oude plannen vaarwel. Terwijl ik door dit alles heen slaap, varen Tjaart en Linde Zouterik 300 mijl zuidwaarts. Het eerste etmaal is ronduit vervelend. We hebben de wind pal op de neus en er valt weinig te zeilen. We zetten het grootzeil in het midden vast om nog een beetje steun te geven tegen het geklots op de golven. De motor moet aan en Berber wordt zeeziek. Maar het is net alsof het weer onze plotwending aanvoelt en met ons te doen heeft. Na de eerste onrustige 125 mijlen breekt de zon door en als we een paar dagen later de baai van St. John’s binnenvaren, hebben we onze mutsen en handschoenen verruild voor een korte broek en t-shirt.

Van Xtratufs naar flipflops

De entree naar de ruim 500 jaar oude stad voert door The Narrows, een inderdaad smal stuk vaarwater dat uitstekende natuurlijke beschutting biedt tegen de elementen. We vinden een plekje voor Zouterik naast een aantal vissersschepen aan de kade in downtown St. John’s. Geen marina-faciliteiten maar als we hier maar een paar dagen liggen is het wel zo gezellig zoveel mogelijk van de stad te kunnen zien.

Ietwat onwennig stappen we van boord. Onze hersenen lijken zich nog niet helemaal te hebben aangepast aan de koerswijziging. Ook doen mijn longen na de Covid-ellende nog niet lekker mee. Het duurt even voor we op ons gemak zonder onze Xtratuf laarzen maar op onze gympen lichtvoetig door de zomerse stad wandelen.

In 1665 veroverde Michiel de Ruyter de stad waardoor deze kortstondig in Nederlandse handen was. Afwisselend hebben de Basken, Fransen en Engelsen gevochten om wat nu de meest oostelijke stad van het Noordamerikaanse continent is. Al deze invloeden zijn zichtbaar en voelbaar terwijl we de stad te voet van west naar oost en van noord naar zuid doorkruisen. We wandelen door de wijk The Battery naar Signal Hill. We staren alvast naar het oosten, daar waar ergens de Azoren op ons wachten. We verkennen Quidi Vidi (spreek uit: kiddie viddie), een klein, historisch vissersdorpje net ten oosten van downtown St. John's. We bezoeken het bijzondere gebouw op het hoogste punt van de stad dat na nader onderzoek museum en art gallery The Rooms blijkt te zijn. Als we in het zonnetje in onze kuip zitten, hebben we veel bekijks van toeristen die aan het eind van de zomer met hun neus midden in de festivalsfeer zijn beland. De een na de ander komt even buurten en trekt verbaasd z’n wenkbrauwen op bij het aanhoren van ons verhaal.

Op weg naar het Hawai’i van Europa

Onze router Ruud Kattenberg (Bruce Almighty is met vakantie) kijkt met ons mee naar een weergat en ziet dat we bij vertrek op 1 augustus in ieder geval een rustige start van onze oversteek hebben. Het orkaanseizoen op de noordelijke Atlantische Oceaan loopt elk jaar officieel van 1 juni tot en met 30 november. Voorlopig ziet het er gelukkig rustig uit op de weerkaarten.

We doen voor het laatst inkopen bij Costco en proberen uit te klaren uit Canada. Dat gaat nog niet zonder slag of stoot. Customs was al eens langs geweest toen wij niet aan boord waren. Er lag een visitekaartje met een dringend terugbelverzoek. Als ik daar gehoor aan geef, tref ik een customs officer die na mijn uitvoerige uitleg over onze route nog steeds niet begrijpt wie we zijn en hoe we in vredesnaam van de Pacific in de Atlantic zijn beland. Hij blijft maar vragen wanneer en waar we in Canada zijn aangekomen. Als ik blijf herhalen dat dat inmiddels 9 maanden geleden in British Columbia aan de westkust was, raadpleegt hij zijn systemen en vindt een verstopte melding van een collega op Vancouver Island. Daar hebben we destijds het visum voor Zouterik succesvol verlengd, alvorens we haar op een truck zetten. Langzamerhand begint het de man te dagen en uiteindelijk klaart hij ons uit.

Op 1 augustus zwaaien we met onze Canadese gastenvlag in de hand ons-thuisland-voor-9-maanden vaarwel. We hijsen grootzeil en genua en zeilen aanvankelijk heerlijk halve wind de Atlantische Oceaan op. Helaas valt de wind al snel weg en er volgen dagen met relatief weinig wind die ook nog eens pal tegen komt te staan. Met de motor bij proberen we voortgang te houden. Met dat orkaanseizoen valt niet te spotten. Later zal blijken dat Newfoundland en Labrador half september getroffen worden door orkaan Fiona, die uitzonderlijk was omdat hij zijn kracht behield van de tropen tot ver in het noorden. Het blijkt de sterkste orkaan die ooit in Canada werd geregistreerd.

We maken ons er onderweg niet al te veel zorgen over maar zijn toch blij als we na een nacht met bliksem en onweer in de ochtend van 9 augustus Flores, het meest westelijke eiland van de Azoren, in zicht krijgen. Omdat orkaan Lorenzo in 2019 de haven van Lajes de Flores grotendeels vernietigde en het lastig is daar aan land te gaan, besluiten we nog een nachtje door te varen naar Horta, hét centrum voor zeezeilers midden op de Atlantische Oceaan. Ze zijn ietwat verbaasd dat wij nog zo laat in het seizoen vanuit Canada aankomen, maar het voordeel is dat er wel een plekje in de haven te vinden is. We zijn na ruim vier jaar zeilen terug in Europa!

10 dagen zomervakantie

De Azoren voelen voor ons als een paradijs. In de slechts 10 dagen die we kunnen doorbrengen in de archipel, genieten we na een jaar grotendeels in winterse omstandigheden te hebben doorgebracht volop van onze terugkeer naar de zomer. De bikini’s kunnen uit de mottenballen, de surfplanken in het water, al het opblaasdrijfgerei komt beschimmeld uit de bakskisten en ietwat onwennig zetten we de snorkelmaskers weer op.

We zeilen na een kleine week op Faial via een nachtje in Velas op São Jorge naar de haven van Angra do Heroísmo op Terceira. We verkennen de drie eilanden zo goed en kwaad als het gaat in veel te weinig tijd. Want het is zo mooi hier! Niet voor niets worden de Azoren het Hawai’i van Europa genoemd. Wij kunnen het weten want we zijn nu op beide eilandgroepen geweest. De imposante vulkanische historie is indrukwekkend, de ongerepte schoonheid van de natuur adembenemend en de mensen zijn erg aardig. De charmante en ontspannen Portugese sfeer zorgt voor een ouderwets vakantiegevoel dat we lang niet ervaren hebben.

Een gunstig weervenster voor een oversteek naar het Europese vasteland dient zich voorlopig niet aan. De vooruitzichten zijn grillig en tonen zeker geen stabiele passaatwinden. Maar beter dan dit lijkt het de komende weken ook niet te worden, concludeert Ruud. Sterker nog, zo laat in het seizoen wordt de kans op een goed weergat steeds kleiner. Dus maken we we ons met tegenzin klaar voor onze laatste grote oversteek. We weten nog niet waar we zullen uitkomen, de prognoses zijn veel te wispelturig. Wordt het de kortste route van 900 mijl naar À Coruña of gaat het voorspoedig en eindigen we in Ierland of zelfs in Falmouth, 1200 mijl noordoostelijker?

Voor de zoveelste keer weten we het niet. Maar maakt het uit? Nee. We volgen wind en stroming en vertrouwen erop dat Zouterik ons daar brengt waar we op dat moment horen te zijn. Niet op Groenland, maar ergens op het vasteland van Europa.

[KADER]

Hoe bereid je je voor op een oversteek naar Groenland?

Zorg dat alles honderd procent is. Neem geen genoegen met minder. Wees je bewust van de beperkte reparatiemogelijkheden op Groenland en IJsland.

Schip

  • Loop van voor naar achter en van binnen en buiten je hele boot na.

  • Doe alle noodzakelijke motor checks. Ververs olie, stel kleppen. Vervang filters en v-snaren preventief.

  • Neem voldoende reserve-onderdelen mee.

  • Bereid je zeilvoering voor op alle omstandigheden. Wij verkleinden het grootzeil door het eerste rif standaard als onderlijk te gebruiken. Zo konden we rif 2 en 3 snel met smeerrepen zetten. Als de wind opstak, rolden we eerst de genua in, daarna zetten we rif 2 en 3 in het grootzeil. Bij de slechtste omstandigheden ging het hele grootzeil eraf en zeilden we enkel op onze kotterfok en bezaan met 1 rif.

Aanschaf

  • Koop overlevingspakken. Wij kwamen in Québec voor een gering bedrag aan vier neopreen pakken die om kleine fouten waren afgekeurd voor de Canadese reddingsdienst. Pas en test de pakken voor je ze wegbergt.

  • Schaf lange drijvende lijnen aan voor het ankeren in Groenlandse baaien. Wij kochten 2 x 100 meter drijvende lijn van 14 mm en separate banden voor bevestiging rondom rotsen. Controleer en koop de lijnsterkte die past bij het gewicht van je schip.

  • Koop aanvullend vuurwerk en lampjes voor reddingvesten, overlevingspakken, joon etc.

Diversen

  • Test epirb en ais-sart veiligheidsapparatuur. Leg de werking uit aan je crew.

  • Controleer de hoeveelheid en houdbaarheid van je noodvuurwerk en -bakens.

  • Controleer reddingvesten en life raft.

  • Schakel een meteoroloog/router in.

  • Besteed extra aandacht aan je grab bags. Wij hadden vijf waterdichte tassen klaar staan. Een fabrieks grab bag met een combinatie van eten, drinken en survival spullen, een tas met fleecekleding en -dekens, een tas met wal-/reservekleding, een tas met eten, spelletjes en visgerei en een tas met vuurwerk, elekrische spullen, messen, paspoorten, communicatie- en veiligheidsapparatuur.

  • Leg alle overlevingsspullen binnen handbereik. Prop ze niet in de moeilijkste hoekjes. Liever een sta-in-de-weg tijdens je oversteek dan in paniek omdat je iets niet kunt vinden.

  • Lig zo vroeg mogelijk klaar. Elke tijdwinst aan de voorkant geeft lucht aan de achterkant.