Liefde op het tweede gezicht
Het was een gure, winderige zaterdag eind oktober. Alweer bijna zes jaar geleden. De warmte van de zomer was al lang vervlogen, de knisperige winter nog niet in zicht. Ik kwam je aarzelend tegemoet, een beetje onzeker, misschien zelfs terughoudend. Ik vond het spannend, onze eerste ontmoeting. In de verte ontwaarde ik je grimmige, zelfs wat grauwe gezicht. Geen uitgestoken armen, geen vleugje van herkenning, geen belofte van… ja van wat eigenlijk?
Vlak, zonder emotie en met weinig openheid of toenadering kwam je naderbij. Ik huiverde. Welk avontuur was ik in godsnaam aangegaan? Was ik gek geworden? Had mijn impulsieve zucht naar avontuur me weer eens in haar greep gekregen?
Eenmaal in je nabijheid bleef je stroef. Ik miste de connectie, het echte contact, zag je diepere lagen nog niet, je onvermoede kanten. Ik vond je eigenlijk maar saai, lelijk, niet verrassend. Zeker vergeleken met die anderen.
Maar met het invallen van de winter, ontdooide jij juist. Bij het haardvuur kwam de warmte. Jij ontdeed je van je gereserveerde kant, ik besloot de controle maar eens los te laten en te ontdekken wat dat me zou brengen.
Elke maand groeide ons contact. Het fundament werd gelegd. Voorzichtig, maar toch steeds een beetje steviger. Ik ontdekte je vele verrassende gezichten. Liet me overrompelen door onverwachte ontmoetingen, ging zelf op ontdekkingstochten. Onze relatie werd sterker, ik voelde me steeds blijer, lichter, zelfs gelukkiger durf ik nu te stellen.
Ruim twee jaar geleden besloot ik me definitief te binden. Je vrije karakter, je vermogen om op een dag zoveel gezichten aan me te laten zien, je ruwe kanten, maar ook je zonnige, onbezorgde houding trokken me over de streep.
Ik kreeg een briefje van je. Niet bepaald een liefdesbrief, maar wel een bevestiging van onze verbintenis. Bijzonder vond ik het.
We zijn op de kop af twee jaar verder. Twee jaar waarin we genoten hebben. Waarin de liefde verder groeide. Ik heb me gelaafd aan je zonnige gezicht, ik liet me geselen door regen en wind maar bleef met opgeheven hoofd van je genieten. We hebben nieuwe vrienden gemaakt, sommige zelfs voor het leven. Nieuwe avonturen beleefd, gelukkig altijd met goede afloop. We hadden het voor geen goud willen missen.
Maar omdat bloed kruipt waar het niet gaan kan, zetten we een nieuwe stap. Omdat er weer een nieuw avontuur op ons pad komt. Met pijn in het hart moet ik daarom onze relatie verbreken. Angst is maar voor even, spijt duurt je hele leven. Daarom heb ik jou nu een brief moeten sturen. Mijn handtekening bezegelt dat we even wegvaren, maar belooft ook dat we terugkomen. En die keer niet onzeker of terughoudend. Maar verwachtingsvol en met ons hele hart.
Texel, pas goed op jezelf, we gaan je missen!