LINDA column: Een nieuwe baby in het zeilersdorp
“Hello, I’m Sarah, nice to meet you!” De stem komt vanachter een hoogzwangere buik die omhoog gehesen wordt ons zwemtrapje op. Mijn mond valt open van verbazing en die opening wordt het uur daarna alleen maar groter. Mijn god, denken we zelf stoer bezig te zijn door met ons samengestelde gezin de oceaan over te steken, het kan altijd nog cooler. Sarah en haar man Max vertrokken 2 jaar geleden met hun toen vier maanden jonge zoontje Nael uit Frankrijk om een nieuw leven te beginnen. Jarenlang reisden ze beiden de wereld over als professioneel windsurfer. Een huisje-boompje-beestje leven zat er daarna natuurlijk niet meer in. Dus hup, er werd een boot gekocht en koers gezet richting Sarah’s geboorteland Nieuw Caledonië in de Pacific. Daar willen ze zich uiteindelijk settelen, maar niet voor ze zelf eerst een paar jaar de wereld hebben rondgezeild. En en passant wordt er nog even een nieuw kind gemaakt. Voor Sarah is het allemaal vanzelfsprekend want ze groeide zelf tot haar 13e op op een boot terwijl haar ouders met haar en haar zusje de wereld rondzeilden.
Ik kan niets anders voelen dan bewondering voor dit jonge gezin. Hun boot is volgeladen met windsurfspullen, kite gear en stand up paddle (sup) boards. Elke dag zien we Max, vaak samen met de 2-jarige Nael, op een sup of surfboard de baai doorkruisen. Ook Linde en Berber krijgen windsurfles van Max. Sarah nadert de uitgerekende datum en zwemt bevallig, al dan niet met snorkelmasker, haar dagelijkse rondjes rond de boot.
Natuurlijk bevallen op Bonaire
Onze vriendschap groeit en omdat ik Frans spreek, vragen ze mij of ze ’s nachts mogen aankloppen om op Nael te passen, mocht de baby zich in het holst van de nacht aandienen. Dan sjezen ze namelijk in hun bijbootje naar het ziekenhuis om daar te bevallen. Bonaire was hun bewuste keuze. In Frankrijk is een ruggenprik bij een bevalling standaard en Sarah en Max gruwelen van alles wat niet natuurlijk is. Dus verdiepten ze zich in de landen op hun route en ontdekten de op Nederlandse leest geschoeide kraamzorg op Bonaire. Weliswaar in het ziekenhuis, maar zo natuurlijk als moeder en kind het toelaten. Dus zetten ze koers naar Bonaire om daar de komst van de baby af te wachten.
Internationale vriendschappen
Wij kijken hun moed met veel pret en bewondering aan. We omarmen deze en nieuwe vriendschappen. Na op de Britse Maagdeneilanden afscheid te hebben genomen van ook de laatste Nederlandse boot op de terugweg naar huis, zochten en vonden we nieuwe vrienden. Dit keer niet Nederlands maar veel internationaler. Zo ontmoetten we onder meer Anders, Linnéa en hun kinderen Tilda en Agnes uit Zweden, de Australische Andrew en Carolyn en het Zweeds-Duitse stel Martin en Anna met hun zoontje Jonathan. En dus Max, Sarah en Nael op hun schip ‘Maloya’. In de twee maanden tijd die we op Bonaire doorbrengen, groeien de vriendschappen snel.
Licht in de duisternis
En dan ineens is het zover. We leggen de boot na een dagje zeilen en snorkelen weer vast aan onze mooring en zien dat het op de Maloya donker is. Dat is gek. Rond dit tijdstip zijn ze altijd thuis om Nael op tijd naar bed te brengen. We krijgen een donkerbruin vermoeden. En net voor we ongerust worden, ziet Linde een klein bootje op ons af varen. “Mam, het zijn de Fransen met de nieuwe baby!”, roept ze uit. Voorzichtig legt Max het bootje vast aan ons schip en in het maanlicht maken we kennis met baby Mia die vredig ligt te slapen in de armen van mama Sarah. Een klein wit bundeltje in een donkere nacht op de grote Caribische Zee. Nog maar drie uur geleden zag ze het levenslicht en nu al vaart ze met haar papa, mama en grote broer in een bijbootje naar haar varende huis. Wij pinken allemaal een traantje weg en worden er stil van. Tjaart geeft Max nog snel een glas wijn voor ze naar huis varen. En wij? Wij pakken de fles rum er maar bij. Bij zoveel moed verbleekt onze onderneming. Dit vraagt om sterker spul. De lichten op de Maloya gaan al snel uit, het verse vierkoppige gezin slaapt. Net of ze nooit anders gedaan hebben. Wij proosten nog maar eens en praten nog lang na.