Met de wind mee waaien
‘Opzij opzij opzij, maak plaats maak plaats maak plaats, we hebben ongelooflijke haast. We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan.’ Ik was nog maar 7 toen Herman van Veen met dit nummer furore maakte in de Top 40. Een aanklacht van de zanger tegen de haast die iedereen in 1979 al had. Het woord onthaasten moest nog uitgevonden worden, maar voor mij slaat Herman op dit moment de spijker op z’n kop. Je las ons dilemma al in m’n vorige column: should we stay or should we go? Gaan we rennen, springen en vliegen of maken we pas op de plaats?
Shoppen met vriendinnen
We hebben zelden zo’n lastig besluit moeten nemen. Ja, ik hoor jullie wel denken: wat kletst ze nou, het is toch zeker één grote vakantie voor dat gezin? Tuurlijk, we komen op de mooiste plekken, zien prachtige natuur en dieren en het is (bijna) altijd mooi weer. Zeker waar. Maar wat niemand je van te voren vertelt is dat je kinderen thuis gaan missen. Hun vriendinnen, familie, hun kamertje thuis. Ja echt waar, zelfs school missen ze. En shoppen met vriendinnen. En zich gewoon thuis vervelen.
Lesgeven aan een puber met een jengelende kleuter aan je been
Waar ik ook geen idee van had is hoe moeilijk lesgeven is. Nu had ik altijd al bewondering voor het onderwijzersgilde in ons land. Ga d’r maar aan staan: tientallen stuiterende wiebelkonten in de klas die alleen maar bezig zijn met puberen en helemaal geen tijd hebben voor de stelling van Pythagoras, jagers en verzamelaars, vervoegingen van Franse werkwoorden of de nerven van de bladeren van Nederlandse loofbomen. Maar nu ik zelf een half jaar les geef, begrijp ik echt niet dat Nederlandse juffen, meesters, onderwijzers en onderwijzeressen geen ministersalaris ontvangen. Man, man, man, wat een kennis, energie, uithoudingsvermogen en motiverende trucs moet je in huis hebben om je kroost wat bij te brengen! En dan loopt er ook nog een 3-jarige rond die ook graag Engels wil leren spreken, of blokken met je wil bouwen, of die gewoon jengelt om aandacht terwijl je brugpieper in alle rust een toets probeert te maken. En dat op de 4 vierkante meter van onze kajuit.
Gewoon leven aan boord kost erg veel tijd
En snappen jullie thuis wel hoeveel tijd het ‘gewone leven’ kost? Boodschappen doen, koken, de was doen, afwassen, douchen… Zeker als je ankert, wat we vanaf de Caribische eilanden alleen nog maar doen. Alles moet met de bijboot. Even naar de wal voor de wasmachine. Shit, er zijn nog drie wachtende medezeilers voor je. En oh, er is alleen koud water dus verwacht geen schone was. Zucht, dan maar weer terug naar de boot voor een extra ronde Ossengalzeep. De supermarkt is 10 kilometer verderop. Ehm… taxi, bus, huurauto? Hmm, dan maar weer zelf brood bakken en wat blikken open trekken voor het avondeten. Morgen nieuwe poging om bij een supermarkt te komen. Niets, werkelijk niets gaat vanzelf. Om nog maar niet te spreken over de klussen die elke dag wel aan de boot gedaan moeten worden om ons huis varend en veilig te houden.
Het weer als dictator van onze reis
Maar wat het meest je dagritme bepaalt, is de planning van de reis. De heersende windrichting en -sterkte van het seizoen bepalen als een dictator onze reis. Je moet simpelweg rond begin maart door het Panamakanaal om op tijd voor de start van het orkaanseizoen in de Pacific een veilig heenkomen in Nieuw Zeeland te hebben gevonden. Dat betekent dat we in de Carieb met wel honderden eilanden er misschien maar twee of drie kunnen bezoeken voor we als een idioot naar Panama moeten varen. En die druk was nou net waar we geen zin in hadden. Wilden we niet juist stressvrij leven? De tijd kunnen nemen als we daar zin in hadden?
Juist. Dus geheel in de geest van Bob Marley en zijn collega muzikanten uit het gebied waar we nu varen die in hun teksten pleiten voor een relaxed leven, is dat precies wat wij ook gaan doen. ’s Ochtends opstaan, onze neus uit het luik steken, kijken hoe de wind waait en dan bepalen wat we die dag gaan doen. Uiteraard na school, de was, de boodschappen en de klussen. Want dat gaat toch wel door. Wij gaan vertragen en laten onze lange termijnplanning los. Dat geeft niet alleen ruimte voor de dagelijkse beslommeringen, maar (joepie!) bijvoorbeeld ook voor bezoekjes vanuit Nederland. De komende maanden zien we wel hoe de wind waait en waar ze ons brengt.