Zouterik op reis

View Original

HET VRIENDELIJKSTE VOLK OP AARDE IN NIEUW GEVONDEN LAND

“Mornin’. Where’s you folks coming from?” De frisse ochtendlucht is net zo vol van zoete zomergeuren als de plaatselijke bevolking vriendelijk is. Na twee dagen full time in de mist gevaren te hebben, tuffen we zaterdagochtend nog voor 9 uur het vissersdorpje van Port au Choix op Newfoundland binnen. Een mijl voor de haveningang verdwijnt de mist als sneeuw voor de zon. Gelukzalig laven we ons met zijn vieren aan dek gulzig aan de warme stralen. We hebben het gevoel in een nieuwe wereld aan te komen. Het kan komen doordat we 48 uur onafgebroken in de mist hebben gezeten, maar dit landschap lijkt in weinig meer op wat we inmiddels kennen van de provincie Québec. Lieflijke groene heuvels boven steile kliffen waar in deze milde wind de golfjes likkend tegenop kabbelen. Kleine groen-, geel- en paarsgekleurde gekleurde huisjes en schuurtjes die er goed onderhouden uitzien. En dichter bij het dorp zien we stevige huizen van behoorlijk formaat nonchalant verspreid midden in groene weiden die vol staan met paarse, gele en lila veldbloemen. De wind is gul en waait de zomerse geur van deze nieuwe kust zo onze neusgaten binnen.

Alle tijd van de wereld

Even overwegen we te ankeren, maar dan bespeuren we een smalle haveningang met daarachter niets dan vissersboten. Bij het enige vrije plekje aan een steiger staat een man met zijn handen in de zakken ons op te wachten. Ik word altijd wat iebelig als iemand gretig onze lijnen wil aanpakken. Weliswaar behulpzaam, maar het is nooit zoals wij het graag zien. Ze snappen niet wat een spring is, leggen te ver naar voren, te ver naar achteren of te strak aan. Of ze geven de lijn helemaal niet terug.

Maar deze man maakt helemaal geen aanstalten om een hand uit te steken. Hij heeft alle tijd van de wereld en begroet ons allervriendelijkst in een dik accent dat nog het meest lijkt op een kruising tussen Schots, Iers en Australisch. Hij is een plaatselijke visser, woont ‘daar’ (hij wijst naar een charmante verzameling schuurtjes aan het water) en staat op zijn maten met hun vangst van de dag te wachten. Ze zijn vanochtend vroeg naar buiten gevaren en hij ziet ze in de verte al aankomen.

Rappe tongen bij de koffie en vistongen als diner

We hebben nog geen koffie gezet of de steiger is al gevuld met het onverstaanbare lokale gekakel van dorpelingen die de vangst van onze buren komen bekijken. Op een 15-jarige jongen en zijn vader na die hun familie komen helpen, zijn het allemaal besnorde senioren. Zaterdag is de recreatieve visdag. Al snel wordt er kabeljauw gefileerd of er levens van af hangen. “You like fish?” Voor we het weten worden ons vier enorme filets toegegooid. “You want some dessert too?” En als toetje blijken we vanavond vistongen te eten, want ‘die zijn een echte lekkernij, je weet niet wat je proeft’.

De mannen zijn allemaal katerig van het feest de dag ervoor. Het was Canada Day en dat wordt ook hier flink gevierd. We vinden het nu al jammer dat we dat gemist hebben! Maar de hartelijke ontvangst belooft nog leuke tijden hier in Port au Choix.

Logistieke hulp van een ondeugende Noor

We liggen hier met een defecte autopilot. Die speelt ons al parten sinds ons vertrek uit Québec City maar nu lijkt hij echt overleden. Als we zeilen, sturen we Zouterik op de windvaan. Maar als we motoren, en naar het schijnt is het om en nabij Groenland ook regelmatig windstil, is het wel erg prettig om niet 24/7 op de hand te hoeven sturen terwijl we ook te maken hebben met kou, mist en ijsbergen.

Op internet vindt Tjaart in Nederland de noodzakelijke vervangende onderdelen voor onze 26 jaar oude Japie en met hulp van vriend Maurijn thuis en van Sten Einarsen hier in het dorp worden ze per express verstuurd naar deze uithoek van Canada.

“If you send ‘em with FedEx and have them in care of my customs agent, then he’ll get you those parts in no time.” Sten heeft een winkel en werkplaats in diesel en hydrauliek en laveert ons moeiteloos door het doolhof van express post, koeriers en douane-agenten. Met een beetje mazzel hebben we de onderdelen binnen een week op zijn adres. Inmiddels zitten we ook al aan de koffie die zijn vrouw Sharon vers voor ons heeft gezet. We zagen Sharon aanvankelijk aan voor Stens dochter, maar met ondeugende ogen vertelt Sten dat hij 50 jaar geleden vers uit Noorwegen als een blok viel voor de charmes van de veel jongere Sharon en haar nooit meer heeft los gelaten.

Sten rijdt ons terug naar Zouterik en toetert ons uit, maar niet voordat hij ons op het hart heeft gedrukt vooral langs te komen als we iets nodig hebben of als we gewoon zin hebben in koffie. Sharon heeft ons al laten beloven dat we haar auto kunnen lenen als we vervoer nodig hebben. “Don’t be shy”, roept ze ons na.

Viswangen van het vriendelijkste volk op aarde

We hadden al gelezen dat Newfoundlanders in de top 5 staan van vriendelijkste mensen op aarde, maar die lijstjes zeggen ons doorgaans niet zoveel. Ook in Colombia, Polynesië en Alaska viel ons veel hartelijkheid ten deel. Maar de vanzelfsprekende vriendelijkheid die ons hier omringt alsof we ‘long lost friends’ zijn, voelt anders. Een wandelingetje door het dorp of naar de supermarkt duurt al na een paar dagen hier minstens zo lang als het boodschappen doen zelf. Iedereen groet, steekt vriendelijk zijn hand op en heeft tijd voor een praatje.

Als ik met een brood in mijn hand terugloop van de supermarkt wenkt een visser me naar zijn boot. “You want some fish cheeks?” vraagt hij. Ik weet niet zeker of ik het goed heb verstaan, nog steeds een beetje onzeker over dit nieuwe Engelse accent nadat we net weer aan de Franse taal in Québec waren gewend.

Nieuwsgierig werp ik een blik in zijn boot. Ze hebben twee uur gevist, de 30 pond tellende heilbotten kijken me met glazige ogen aan vanuit een tot de nok toe met ijs gevulde vrieskist. Kundig grijpt de man elke vis vast, onthoofdt hem snel en werpt het lijf naar zijn maten die de vis verder fileren. Zelf neemt hij elke vissekop ter hand en met een vlijmscherp mes kerft hij letterlijk de wangen eruit. “Just roll them in some flour, add a bit of salt and pepper and you’ll taste something like you’ve never tasted before”, lacht hij me toe. “How many of you are on that boat?” vraagt hij terwijl hij met een schuin hoofd naar Zouterik knikt.

Hoe is het mogelijk, vraag ik me af.  Iedereen in het dorp weet al wie we zijn en waar we wonen. Na een minuut of tien heeft hij een enorm maal viswangen voor vier personen verzameld en gooit hij ze me toe in een tas. “Where are you from?” vraagt hij nog. “That’s a looooong way from home”, besluit hij als ik ‘Nederland’ zeg. “Let me know what you think of them cheeks”, roept hij me na. En vrolijk zwaaien de mannen me uit.

Nu al geen vreemden meer voor elkaar

Twee dagen later zitten Rick en zijn zoon Carter (die 15-jarige jongen van eerder) op Zouterik aan de taart. Linde is jarig, sweet sixteen, dat hadden ze onthouden toen we dat zaterdag tussen neus en lippen door hadden verteld en ze komen een cadeautje brengen. Het is een stoere wintermuts met een logo van Newfoundland op de voorkant. Het staat Linde beeldig, ze bloost van zoveel aandacht. Carter laat haar foto’s zien van een totaal besneeuwd Newfoundland. Meters sneeuw vallen hier tussen november en april en dan rossen hij en zijn maten met snowmobiles door het landschap. De plaatjes van moose, caribou, beren en arctic rabbits swipen ons van links naar rechts voorbij. Het klinkt alsof ze de zomer maar saai vinden in deze hoek van de wereld. Rick benadrukt wel drie keer dat hij ‘daar’ woont, dat zijn deur altijd open staat en dat we hem voor alles om hulp mogen vragen. “Don’t be a stranger!” raspt zijn overtuigende stem vanaf de steiger als hij na een uur weer van Zouterik af stapt.

Historische Franse en Engelse verdraagzaamheid

Na een paar dagen hier beginnen we een beetje te begrijpen waar de hartelijkheid vandaan komt. Dit deel van Newfoundland – alleen de naam al roept beelden op van een lang vervlogen verleden waarin zeemannen uit Europa voor het eerst voet zetten op deze ruige kusten – is onderdeel van de zogenaamde Franse kust. In de 18e eeuw zeilden Franse vissers elke zomer de Atlantische oceaan over naar dit stuk land om vis te vangen. Omdat Newfoundland door de Engelsen was geclaimd, werd het zomerse vissen door de Fransen toegestaan maar ze mochten er niet het hele jaar door blijven. Ze sloegen dus tijdelijk hun kampen op in de zomer en zeilden vóór de winterstormen weer de Atlantische oceaan over, terug naar Frankrijk.

Jaar in jaar uit werd er zo geforenst. Maar ondertussen werd er stiekem natuurlijk toch het een en ander door de Fransen opgebouwd en achtergelaten. Dit noordwestelijke stukje Newfoundland was in die tijd in feite niemandsland want door de Franse visclaim konden de Engelsen er ook geen bestaan opbouwen. Niet in groten getale in ieder geval. Maar inmiddels waren er toch enkele Engelse families neergestreken op dit prachtig stukje land. En zo kwam het dat de Fransen elke herfst aan de lokale Engelse families vroegen om tijdens hun winterse afwezigheid een oogje in het zeil te houden op hun bezit. En niet geheel onbegrijpelijk was er ook wel eens een Franse matroos die per ongeluk ‘overboord viel’, een lokale jongedame aan de haak sloeg en verolgens niet mee terug zeilde naar Frankrijk na de zomerse visvangst.

Zo ontstond hier een gemengde Engels-Franse samenleving die gebaseerd was op verdraagzaamheid, gedogen, hulp en vriendschap. Daarbij komt natuurlijk dat mensen hier ver van de bewoonde wereld wonen en dicht bij de natuur leven. Dat vereist een behulpzame instelling. Een mentaliteit die doorwerkt tot op de dag van vandaag en waar wij ons maar wat graag even in wentelen voor wij die oceaan weer opgaan, op weg naar nieuwe kusten. Zal ons daar opnieuw diezelfde vriendelijkheid ten deel vallen?

Tot het zover is, genieten we er hier in Port au Choix op Newfoundland nog even van. “Don’t be a stranger!” De woorden van Rick zullen nog lang naklinken in ons hoofd.