Zouterik op reis

View Original

Personal shit

“Au!” Ik stoot voor de 12e keer vandaag mijn hoofd in het smalle doorgangetje naar ons slaapvertrek terwijl ik een zeurende Berber uit haar kooitje probeer te tillen.

“Ehm, als ik je een tip mag geven, schrijf dáár dan eens over in die blogs van je,” zegt vriendin I tegen mij nadat ik aan de telefoon helemaal ben leeggelopen. Ze vindt dat ‘het allemaal wel wat persoonlijker’ mag. Ik snap er niks van. Alsof praten over het graf van je vader, de emoties rond het vertrek en het weerzien met je oudste dochter niet persoonlijk genoeg zijn. “Mensen willen juist horen wat jij me net vertelt over die blauwe plekken en andere ellende aan boord. Over hoe geweldig het allemaal is, lees je ergens anders al genoeg.”

Nou ok dan, als je alleen maar rozengeur en maneschijn wilt horen, klik je nu maar verder. Maar als je net als I ook wilt weten hoe het echt is om 24/7 met minimaal vier personen op zo’n 35 vierkante meter te leven, lees dan gerust door. Ik zal je, en ons, niet sparen!

Die blauwe plekken zijn het ergste niet. Op een zongebruinde huid vallen ze minder op en ach, het ziet er ook best stoer uit. Hoewel het ontstaan wel pijn doet en het in 9 van de 10 gevallen ook gepaard gaat met een krachtterm, zelfs bij de jongste aan boord. Wat de getergde dan weer een reprimande van de rest van de bemanning oplevert want je hoort elkaar natuurlijk overal op een boot van 12 meter lang (of kort, is eigenlijk een passender omschrijving).

Nee, dan het toilet. Dat is pas een ‘dingetje’! Zowel het ding zelf en de werking ervan, als de geluiden en andere toestanden die gepaard gaan met het gebruik. Ik geef u graag een doorkijkje in ons toiletgebeuren.

Proberen wij als beschaafde volwassenen (inclusief onze tiener aan boord) onze bij-geluiden nog enigszins binnen de perken te houden (probeer je thuis maar eens zonder enig geluid te ontlasten na het eten van een pond inktvis, rijk gemarineerd in knoflook en olijfolie), met name onze jongste prut, drukt, scheet en flatst er vrolijk op los. Als je zelf net even buiten zit, is dat zo erg nog niet. Hoewel, het raampje dat we ter verhoging van het comfort voor de wc-ganger kort voor vertrek nog hebben laten maken is sterk comfortverlagend als je in wachtkuip zit. Daar zit de opening namelijk…

En als onze jongste haar hoogtepunt bereikt terwijl we net zitten te eten en we allemaal kunnen meegenieten van de strijd die een meter verderop op amper 1 m2 wordt geleverd, is dat niet bepaald bevorderend voor de eetlust kan ik je garanderen.

Onze jongste matroos experimenteert er lustig op los met potje, wc, plasjes en poepjes. Soms zit het mee, soms zit het tegen, zullen we maar zeggen. In de meeste gevallen zijn we dan ook allemaal live getuige van de vers gedraaide drol in het potje dat zo ongeveer onder onze neus staat. Probeer dan maar eens enthousiast te reageren zoals het een goede ouder betaamt. “Goed gedaan schatje, mama is héééééééééél trots op je!”

Ook in koffietentjes en restaurants zijn we erg blij dat we ons niet in Nederland bevinden. “Mama, ik moet poepen,“ wordt te pas en te onpas geschreeuwd, gevolgd door een peuter die met een noodgang de eerste de beste deur opentrekt, reeds met onderbroekje en luier op de enkels. Vanochtend in Finisterre speelde dit zich zelfs zonder welbekende luide aankondiging af en wist de serveerster mij te vertellen dat Berber op de wc zat. Ik draaide me om en zag haar (en ik niet alleen) door de open wc-deur in vol ornaat maar zonder onderkleding bijzonder trots op de pot zitten.

Dan kan ik nog even doorgaan over het feit dat wij een toilet aan boord hebben dat zich onder zeeniveau bevindt. Voor de bootleken onder ons: wij hebben een Jabsco pomptoilet met een terugslagklepje. Simpel gezegd komt het erop neer dat alle ontlasting eerst driftig omhoog moet worden gepompt tot voorbij de zogenaamde anti-hevelbocht voor het het schip kan verlaten. (En dan moet je hopen dat jij niet net lekker een duik vanaf de boot hebt genomen naast dat gat in de boot). Als je niet lang genoeg pompt, blijft het dus ergens hangen tussen wc en romp van het schip. De eendebek van de Jabsco (ja dames, u leest het goed, niet alleen gynaecologen bedienen zich van dit instrument) heeft namelijk het probleem dat hij van binnen naar buiten de grotere vaste bestanddelen van onze ontlasting moet doorlaten en andersom van buiten naar binnen het spoelwater moet tegenhouden. Je voorziet al de spanning waaronder dit toilet moet presteren. Vroeg of laat komt die poep dus weer terug en gedraagt de wc zich als een herkauwende koe. Met alle bijbehorende geuren, kleuren en uitroepen van ontdekkers tot gevolg (“Wie is er het laatst naar de wc geweest en heeft niet lang genoeg gepompt?!”)

Dan eigenlijk het ergste van alles. En dus (I, lees goed!) het meest persoonlijke. Mijn positie in de echtelijke sponde bevindt zich, vanaf mijn neus gerekend, op welgeteld 10 cm afstand van de wc. Er zit alleen een dun houten wandje tussen. Hoe goed onze vriend en kitter B zijn werk ook heeft gedaan, het karakter van de Jabsco is hardnekkig en IK RUIK DE WC DUS MINIMAAL 8 UUR PER DAG. Ik heb al van alles geprobeerd: verfrissers in de pot, spuitdingen aan de muur, Robijn verfrissende zakjes in de wc en we hebben net in Camarinas een zeer sterk geurend zeepje vermomd in een netjes gekantklost zakje opgehangen. Maar wat ik ook probeer, niets helpt. Ik ben ten einde raad.

Klazien uit Zalk als je dit leest, of welke andere lezer dan ook: degene die mij van deze personal shit verlost met de winnende tip, krijgt van mij een jaar lang gratis wc papier, voorzien van persoonlijk gedrukte boodschap!