Liefde op het tweede gezicht - Portret van Curacao
Tjaart: “Bon tardi, we hebben een stuk coax kabel RG58 nodig. Heeft…”
Jimmy onderbreekt: “Hoeveel meter?”
Tjaart: “Eh… dat weet ik nog niet, eerst kijken of u alle andere dingen ook heeft.”
Jimmy vult aan: “Je bedoelt een TNC stekker?”
Tjaart: “Eh ja, maar dan wel eentje die…”
Jimmy maakt af: “…precies past op de RG58. Ook nog een knijptang?”
Tjaart: “Ja, en nog een verbindingsstukje.”
Jimmy: “Meneer, ik verkoop die dingen maar drie keer per jaar. Maar het is mijn grote liefde, dus natuurlijk heb ik het allemaal op voorraad.”
Zomaar een dialoog deze week waar eigenlijk een heel ander gesprek gevoerd wordt dan de woorden doen vermoeden. We zijn in Jimmy’s store. Dé winkel op Curaçao waar we volgens andere elektriciteitszaken moeten zijn. We hebben lekstroom op de Zouterik. Maar gelukkig hebben we na een dag of vijf noeste arbeid de oorzaak gevonden. Lees: Tjaart die zich in allerlei bochten wringt om met hulp van Ulco de Vries van The Clou Yacht Electronics, onze elektriciteitsgoeroe op afstand, elk kabeltje na te lopen om te zien waar de massa de romp raakt.
We vinden het in de coax kabel die de gps aansluiting van de AIS transponder verbindt met de gps antenne op de hekstoel. Het kabeltje is ter hoogte van een onmogelijke plek bij een spantje in het bakboord stapelbedje (zie foto) ‘door geschavield’ (de installateur vergat een kabelgootje) en nu raakt het kale koper daar af en toe onze aluminium romp.
Ruwe, stuurse bolster
Jimmy is een 75 plusser. Met een ietwat stuurse blik staat hij in zijn zaak. Van een winkel kun je niet echt spreken. Bijna beschermend staat hij achter zijn toonbank, de toegang tot een wereld aan elektriciteitsbenodigdheden waarvan Jimmy elke vierkante centimer uit zijn hoofd kent. De woorden komen wat ruw uit zijn mond. Maar gaandeweg onze aanwezigheid in zijn domein ontdooit de man. En als we vertrekken met de belofte een en ander te inventariseren op de boot en dan terug te komen, neemt hij zowaar met een glimlach en een vriendelijk “Pasa un bon dia” afscheid van ons. Wat hier in tien minuutjes in Jimmy’s winkel gebeurde is exemplarisch voor hoe we het hier wel meer tegenkomen op Curaçao: je voelt je niet direct welkom, maar na een poosje wil je die winkel eigenlijk niet meer uit.
Blauwe punica-oase
Inmiddels alweer bijna drie maanden geleden doemde het grootste eiland van de Benedenwindse Eilanden voor het eerst voor ons op. We kwamen vers van Bonaire waar we twee fantastische maanden hadden doorgebracht. Bonaire was warm, zowel qua klimaat als haar populatie. Alles was makkelijk op Bonaire. We lagen aan een mooring tien meter voor de kade van Kralendijk. Alles op loop- of zwemafstand en het grootste, blauwste privé zwembad waar we met onze Zouterik midden in lagen en waar we elke dag dankbaar gebruik van maakten. Het was een mini-dorp met allemaal gezellige medezeilers om ons heen. Elke dag wel ergens een kop koffie of borrel. Of iemand had cake gebakken en deelde dat uit in de speeltuin, ook al weer op zwemafstand van de Zouterik, terwijl de kinderen zich vermaakten op de klimtoestellen. Met gemak hadden we daar nog een jaar kunnen doorbrengen. Wat veel zeilers ook blijken te doen. Ze vinden tijdelijk een baan en stellen het afscheidsmoment nog even uit. Klinkt aanlokkelijk. Maar ja, gingen wij niet juist op reis om nieuwe plekken te ontdekken? Bovendien moeten we naar Curaçao om onze boot een grote onderhoudsbeurt te geven. Ze moet opnieuw in de antifouling, het stuursysteem waar speling op zit moet nagekeken worden en zo zijn er nog talloze kleinere klussen die wachten om onze Zouterik in perfecte conditie te brengen voor het vervolg van onze tocht de Pacific in. We hebben dus geen keus. Met een zwaarmoedig gevoel nemen we afscheid van dit heerlijke eiland waar we ook nog eens hebben leren duiken en kitesurfen.
Van vakantiegevoel naar hard werken
Curaçao voelt direct anders. Het begint al met onze ankerplek op het Spaanse Water, een grote lagune omgeven door bebouwing en heuvels. Geen uitzicht over de grote blauwe Caribische Zee, niet meer ‘de zon in de zee zien zakken’, niet meer elke dag een frisse duik in een privé zwembad. Het Spaanse Water is groenig en nodigt weinig uit voor een frisse duik. Ook horen we verhalen over venijnige kwallen die zwemmen nog minder aanlokkelijk maken. Onze buren op het Spaanse Water zien of horen we de eerste dagen niet of nauwelijks. Wonen er eigenlijk wel mensen aan boord van al die geankerde schepen? De kopjes koffie en kletspraatjes waar we op Bonaire zo aan gehecht waren geraakt zijn ver te zoeken…
En dan het eiland zelf: het is droog, chaotisch, er rijden te veel auto’s en alles is ver. We hebben in tegenstelling tot Bonaire ook zelf een autootje nodig om überhaupt een boodschap te kunnen doen. We verlangen terug naar de eenvoud van het eiland 40 mijl oostwaarts…
Curaçao toont haar ware gezicht
Maar dan ontdekken de kinderen Santa Barbara. Een resort met afgeschermd strandje en helderblauw water op dinghy afstand. Tjaart en ik ontdekken het windsurfcentrum op het Spaanse Water en leren dat het net zoiets is als fietsen. Je verleert het niet. Oude tijden herleven terwijl wij over het water stuiven.
Langzamerhand openen de kajuitingangen van onze buurboten zich en blijkt er toch leven aan boord. Sommige mensen wonen al jaren op hun boot of zijn al decennia onderweg en hebben gewoon niet (meer) zo’n behoefte aan direct contact. Maar na een eerste kennismaking blijken het erg gezellige mensen. En velen zijn bereid hun onuitputtelijke kennis en schatten aan ervaring met ons te delen. We ontdekken de vele grote, goed geoutilleerde bouwmarkten en watersportwinkels op het eiland. We verkennen de straatjes van Willemstad die naast de bekende kleurrijke gevels ook langzamerhand met elk nieuw bezoek van ons hun andere schatten prijsgeven. En met oude en nieuwe vrienden brengen we naast en na het klussen heerlijke middagen en avonden door in de kuip of op het strand.
Na ruim twee maanden op dit eiland durven we gerust toe te geven dat Curaçao het perfecte eiland voor ons en de Zouterik op dit moment is. Zoals onze ontmoeting met Jimmy al fijntjes duidelijk maakte: het was geen liefde op het eerste gezicht maar bij nader inzien is die relatie tussen ons zo gek nog niet. Eigenlijk lijkt het erg op Texel: niet het mooiste meisje van de klas, maar naarmate je het eiland, haar inwoners en alle expertise die voorhanden is beter leert kennen, groeit de liefde sneller dan je voor mogelijk had gehouden.
P.s.: overigens hoeven we dus niet terug naar Jimmy (helaas). Met wat zelf vulkaniserend tape bleek het defect te repareren. Een beschermend stukje benzineslang voorkomt opnieuw door schavielen.