LINDA column: Een dag aan boord van ons varende huis
“Au!” Terwijl ik midden in de nacht wakker schrik van een ratelend geluid, stoot ik mijn hoofd terwijl ik mijn telefoon zoek om te kijken hoe laat het is. Half drie! Welke onverlaat haalt het in zijn hoofd om op dit tijdstip ankerop te gaan en de baai te verlaten? Shit, ik moet nog naar de wc ook. Ik rol mezelf over Tjaart heen en wankel uit bed. Ik stoot me in het stikdonker onderweg nog een paar keer. Nu snap ik onze vertrekkende buurman. Een enorme swell (deining) loopt onze ankerbaai binnen en we rollen van links naar rechts. De inventaris van de keukenkastjes deint lekker mee en houdt ons allemaal wakker. Ons varende huis lijkt wel een kermisattractie.
Geen Caribbean beauty queen
We vertikken het om midden in de nacht te vertrekken dus houden ons kranig en proberen nog wat uurtjes slaap te pakken. Op zo’n moment stop ik m’n oordoppen in om in ieder geval mijn gehoor als prikkelend zintuig uit te schakelen. De volgende ochtend is het niet veel beter. Zeeziek zonder te zeilen, dikke ellende. Ik laat mijn ochtendritueel van gezicht wassen, crèmepje smeren en deo spuiten maar achterwege. Onder 25 graden helling op de wc zitten is al uitdagend genoeg. Geen theemok blijft staan op het aanrecht en ik moet me schrap zetten om überhaupt een boterham te kunnen smeren. Tot overmaat van ramp dondert een net gekochte fles Merlot in duizend stukjes uiteen op de grond. Thuis een gevalletje van ‘jammer, maar helaas’. Aan boord een potentiële ramp en niet omdat we onze alcoholische lusten dan niet meer kunnen botvieren. Nee, het rode nat loopt razendsnel tussen de kieren van de luiken onze ondergrondse opslag binnen. Op mijn knieën haal ik tientallen pakken, blikken en potten onder de kajuitvloer vandaan en sop de boel grondig uit. Anders kun je de klok gelijk zetten op kakkerlakken.
Wasvrouwtje
Wie dus denkt dat wij in een paradijselijk huis over de wereld varen en dat het één grote vakantie is, komt van een koude kermis thuis. Neem nou de was. Na een week of twee is het standaard zo ver: op zoek naar een betaalbare wasserette. Slepend met shoppers vol, sjouw ik van dinghy naar havengebouw om er vervolgens achter te komen dat ‘hier geen wasserette is’. Wel kun je de was achterlaten en dan wordt het voor je gedaan. Een AH-shopper wassen en drogen kost omgerekend ‘maar’ 25 Euro. Ik ben gekke Henkie niet! Of er staan vier norskijkende mede-wasvrouwtjes voor me te wachten bij de enige werkende wasmachine. Moedeloos sleep ik mezelf met de was terug naar de boot en ben de rest van de dag doende met ons kleine handwasmachientje. Mits we voldoende water en gas hebben voor warm water. En onze accu’s voldoende zijn opgeladen…
Hemel op aarde
Dieptepunt is onze badkamer. Die we dus niet hebben. We douchen ons met koud water (als we voldoende water hebben) in het gangboord. Buiten dus. 9 van de 10 keer voor het oog van een buurman die net gezellig een wijntje buiten zit te drinken. Een echte douche kun je het niet noemen. Beetje natdruppelen, beetje zeep erop en afspuiten. En ondanks Caribische temperaturen ’s avonds in de wind behoorlijk fris. Op zo’n moment hef ik mijn handen weleens ten hemel, denkend: waarom was ik ook weer op reis?
Maar dan kijk ik naar diezelfde hemel en zie na een prachtige Caribische sunset de duizenden sterren die me tegemoet blinken. En de volle maan die net achter een wolkje vandaan piept en het water in de baai een bijna onwerkelijk blauwe glans geeft. Ik zie vliegende vissen uit het water springen en hoor de krekels op de kant zingen van plezier. De buurman kijkt discreet even de andere kant op. Het douchewater voelt ineens een stuk minder koud. En ik? Ik tel mijn zegeningen en waan me plotseling in de hemel op aarde. Wat een ellende zo’n wereldreis per zeilboot. Ik raad het iedereen aan!