LINDA column: hoe je van een wereldreis bijna veganist zou worden.
“Even kijken of ik die chips wel mag,” zegt de buurman die zojuist z’n anker op Aruba naast ons heeft uitgegooid. We varen met wat biertjes en een zak chips naar hem toe om hem te verwelkomen. “Heb je misschien glutenallergie?” vraagt Linde. Nee, buurman blijkt vegan te zijn. Terwijl hij de chips goedkeurt omdat er geen dierlijke producten zijn gebruikt, vertelt hij dat hij niet graag over veganisme praat omdat mensen al snel een oordeel klaar hebben. We veranderen van onderwerp, maar het gesprek echoot na in mijn hoofd.
Eten als het nieuwe roken
Tjaart en ik zijn typische kinderen van de jaren ‘70. Eten wat de pot schaft, meestal aardappelen, groente en vlees. Wat is er sindsdien veel veranderd. Trends en meningen over de invloed van koemelk, eieren, vlees, vis, verzadigde en onverzadigde vetten en suikers kwamen en gingen. De aloude schijf van vijf werd gemoderniseerd en goeroes schreven boeken vol over levensverlengende superfoods.
Ik volgde het allemaal vanaf de zijlijn. Soms met interesse, vaak met verbazing. Als nuchtere Twentsebleef mijn adagium altijd ‘alles met mate’ en dan zal het wel loslopen met onze gezondheid.
Eat as the locals
Maar na anderhalf jaar reizen staat eten in een nieuw daglicht. Ten eerste omdat niet alles wat we thuis gewend zijn onderweg verkrijgbaar is. En het eten van lokaal voedsel vinden we nu juist ook de charme. Eat as the locals. Ook ons reisbudget voldoet niet voor het inkopen van exotische producten. Dit alleen al zorgt ervoor datwe veel minder vlees eten, we lokale groenten en fruit kopen en onze eigen vissen vangen.
Signaal van een verdwaald vogeltje
Terug naar die echo in mijn hoofd. We zien onderweg veel trieste consequenties van het ongebreideld fokken van dieren en uitbuiten van de natuur om maar aan onze consumptiehonger te blijven voldoen. Kale en dorreeilanden door overbegrazing en ontbossing, vervuilde rivieren en zeeën en een toenemend onvoorspelbaar klimaat.
Ik zag het vogeltje dat gisteren tijdens onze overtocht kwam uitrusten op onze zeereling dan ook als een teken. Soms was ‘ie even weg, maar dan ineens streek hij weer neer, zichtbaar vermoeid en uitgehongerd. We schotelden hem broodkruimels en zoet water voor.
Maar al onze reanimatiepogingen ten spijt, lag het diertje aan het eind van de middag meer dood dan levend in onze achterkuip. De kinderen gaven hem een bedje van keukenpapier in een schoenendoosje en deden een laatste poging hem tot leven te wekken. Maar kort daarna zeeg zijn kopje neer en was hij opgestegen naar de vogelhemel. Na een liedje voor hem te hebben gezongen,hebben we hem een zeemansgraf gegeven.
Verse vis
Nog geen half uur later stond de lijn van onze hengel strak gespannen. Linde haalde een mahi mahi van behoorlijk formaat binnen. Maar in plaats van de gebruikelijke blijdschap voelde ik me schuldig over hetvissenleed in onze kuip. ’s Middags probeerden we tevergeefs een klein vogeltje te redden, nu vermoordden we willens en wetens een vis om ervan te smullen. Daar komt bij dat onze vegan buurman ons leerde dat mahimahi’s altijd in paren leven. Als je er dan één vangt, moet je de ander eigenlijk ook vangen want ze zijn een leven lang trouw aan elkaar. Hoe valt dat alles met elkaar te rijmen?
Trouw voor het leven
Terwijl ik de mahi mahi snel uit zijn lijden verloste en fileerde, bedacht ik me dat onze reis er in ieder gevalvoor zorgt dat we meer nadenken over de herkomst van ons voedsel en ons eigen eetpatroon. Vooralsnog worden wij geen vegan, maar het eten van zelf gevangen vis en lokale producten voelt in het licht van de grote circle of life al zoveel beter.
Gelukkig is onze vegan buurman het daarmee chipsvolmondig eens. En hij drukt ons nog eens op het hart de volgende keer de hengel snel een tweede keer uit te gooien om de levenspartner van de mahi mahi ook te vangen.