Ontroerd zijn, dat is ademhalen met je hart
Als ik ‘s ochtends wakker word, steek ik altijd eerst even een paar seconden m’n hoofd uit de kajuit. Met m’n ogen nog half dicht hoor ik hier in Sitka kabbelend water tegen onze romp, afgewisseld met kreunende lijnen die onze boot bij de steiger houden. Ik hoor zacht ruisende bladeren boven keien die gestreeld worden door het opkomende water.
Ik hoor en zie de zacht zoevende landing van een bald eagle in een boomtop. De vleugelslagen van een grote raaf. Een eekhoorn schiet weg achter een tak. Golven slaan verderop stuk op de rotsen. De wind blaast tussen de verstaging hoor.
Ik blaas zichtbaar mijn adem uit, voel de ochtenddauw neerdalen op m’n haren. Net kletterde de regen nog op ons luik, nu prikkelt een voorzichtige zonnestraal mijn huid. Het is bijna of ik de verse sneeuw die vannacht in de bergen is gevallen hier kan ruiken. Ik snuif herfstgeuren op. Mijn blote voeten koud op het natgeregende vlonder van onze kuip.
Als deze reis me iets heeft doen herontdekken zijn het mijn zintuigen. We zijn zo dichtbij de natuur! Elke dag brengt ze ons impulsen die ons doen voelen dat we leven. De onherbergzame omgeving en weersomstandigheden van Alaska beroeren ons gevoel, onze reuk, ons zicht, ons gehoor, ons waarnemingsvermogen en onze smaak meer dan ooit tevoren in de tropen.
We zijn vergeten wat de natuur ons zeggen wil. Een beperking van onze levensstijl die onze zintuigen lamlegt. Ons waarnemingsvermogen afsluit waardoor we geen aandacht meer hebben voor de geluiden, geuren en kleuren om ons heen.
Maar we zijn zelf onderdeel van die natuur!
Gisteren betastten mijn vingers de zachte bast van deze boom. Ik hield mijn adem in, nog vóór ik zag dat de natuur een teken voor me had achtergelaten: een prachtig ontroerend groot hart!
Een hart dat zeggen wil:
Adem!
Voel!
Ruik!
Hoor!
Proef!
En vooral LEEF!