Nu ze er niet is
Nieuwe herinneringen worden gemaakt op de wankele betrouwbaarheid van een WiFi connectie. Twee oceanen tussen ons in. En een aantal landmassa’s. Duizenden in dit leven niet snel overbrugbare mijlen.
Tenzij je over een privé raket beschikt. Of zoals Berber vanochtend tegen oma zei: ‘even door de telefoon heen stapt’.
Waar blijven nou die Elon Musks, Mark Zuckerbergs en Richard Bransons met hun uitvindingen?
Ik ben er niet bij. Geen knuffel. Geen kus. Geen lijfelijke warmte. Geen gedeeld bloed tegen elkaar aan. Al bijna drie jaar niet. Dat is koud, shit, tergend, soms onverteerbaar.
Maar wel zelfverkozen.
Meestal ben ik daar trots op. Omdat ik nou eenmaal graag achter mijn keuzes sta. Manmoedig roep dat ik nooit ergens spijt van heb.
Maar dat heb ik natuurlijk wel. Niet van mijn keuzes. Dat is zoiets als een brood terug brengen naar de bakker als je ‘m niet te eten vindt.
Doorkauwen, slikken en opvreten. Het hele ding. Wie A zegt moet ook B zeggen. Dat soort geklets.
Ik voel wroeging. Maar dan in de Dikke van Dale betekenis van ‘bezinning’. ‘Gewetensknaging’ misschien. Veroorzaakt door de allesverwurgende greep van de tijd. Of eigenlijk is het geen greep. Was het dat maar dan liet ze zich misschien staande houden, bleef ze stil staan, kende ze mededogen.
Maar niks hoor. De klok tikt door. In Hellendoorn. Medogenloos. En ik ben er niet bij. Niet bij al die verjaardagen. Niet bij doktersbezoeken. Niet bij dorpse gebeurtenissen. Niet bij de knoppen aan de bomen, de kleuren in te tuin. Niet bij het nieuwe behang of de vorstbloemen op de ruiten. Niet bij de sneeuw in de straat, de eerste lentezon. Niet bij groot, niet bij klein. Kou om mijn hart.
Niet bij de prietpraat onder de koffie, het knabbelen aan een koekje. De wandeling door het bos en het snijden van de groente. Het dekken van de tafel of het vouwen van de was. Een boodschap en een praatje met de buurvrouw. Haar voetstappen op de trap. Haar gerommel in de keuken. Haar oogopslag naar de zonnestraal. De warmte van haar zijn.
Die kleine momenten die normaal nauwelijks gedenkwaardig zijn. Maar waar juist altijd het meest wordt gedeeld. Woorden, een traan, humeur, karakter. Gevoel. Begrip.
Ik ben er niet bij.
Na ieder telefoongesprek denk ik: gelukkig, er is niks heel ergs gebeurd. Ze is gezond. Iedereen is gezond. Het gaat goed.
Maar het gaat natuurlijk niet om iets heel ergs. Juist niet. Het gaat juist om dat knabbelende koekje, die liefkozing. Het begrip, de warmte. De onnozelheid van woorden. De betekenis tussen de regels door. Die rimpel in haar wang, die kus op haar hoofd.
Ik wil het niet missen maar ik doe het wel. Zo erg dat het pijn doet.
Gewetenswroeging. Om mijn lieve moeder. Die ik zo graag om me heen heb. Naar wie ik zo graag kijk. Haar handen, haar twinkelende ogen, haar lieve lach, zorgzame blik.
Maar ik heb het zelfverkozen. Met heel mijn hart. En zij kiest mee. En ik geniet. En zij geniet mee. Ze leeft mee, reist mee. Met hart en ziel. Weet vaak al meer over bestemmingen dan wij, nog vóór we er aankomen. Wij verruimen haar blik, laten haar de wereld zien. Zegt ze. Ze houdt zich groot. Maar we kennen beide de smaak van gemis.
Gelukkig zijn er veel andere moeders om haar heen. Twee in het bijzonder. Die mijn moeder omgeven met dezelfde aandacht, warmte en liefde die ik haar graag persoonlijk en lijfelijk zou willen geven. Mijn zus en schoonzus.
Die mijn moeder hebben omringd met kleinkinderen. Waar ze zo van geniet. Ook van die meiden van mij. Ook al zijn we er dan niet bij. En is er alleen die niets begrijpende krakkemikkige WiFi-connectie.
Tot dat moment waar ik nu al van droom. Dat ik nu soms zelfs al live voor mijn geestesoog zie. Waar ik al bijna ben. Maar er nog even een paar oceanen, landmassa’s, zeemijlen, Covid-vaccinaties en brakke WiFi-connecties van verwijderd ben.
Tot we elkaar weer zien. Omarmen, knuffelen. Koekjes knabbelen. Samen koken, de was vouwen, wandelen en elkaar aankijken. Nooit meer loslaten. Tot ik er weer bij ben.
Tot zij er weer is.
Fijne moederdag mama! ❤️
#allesgezegd #geenhashtagnodig #punt #uit