SERIE: Markante mannen van de Marquesas - DEEL 2: Teiki op Nuku Hiva, stuiterbal stoned op eigen stimuli
In de serie ‘Markante mannen van de Marquesas’ hierbij het verhaal over Teiki, die we samen met zijn vrouw Ku-a ontmoetten op Nuku Hiva.
——————————-
Slechts zelden in mijn leven heb ik twee zulke tegenovergestelde wezens ontmoet. Uiterlijk dan, hun karakters ken ik nog niet. Toch zijn ze al 20 jaar met elkaar getrouwd. Ku-a, een gezellige vrouw van op het oog eind 40, het uitgezakte lijf in een korte broek en vuil wit t-shirt met vage opdruk, het haar sliertig om haar gezicht. Een stralende gulle lach die slecht verzorgde tanden ontbloot. Een moeke, zouden we in Nederland zeggen.
Openluchtrestaurant
We ontmoeten haar als we terugkeren van een lange hike naar de waterval, enkele uren lopen ten noorden van het dorpje Hakaui op Nuku Hiva. Ze vraagt ons of we morgen bij haar willen komen lunchen. Voor omgerekend een tientje bereidt ze een feestmaal met ingrediënten naar onze keuze. Geit, varken, rund. Willen we er broodfruit bij? Wat drinken we? Ze wijst naar haar tuin rondom haar ruim uitziende huis. Van medezeilers hadden we al gehoord over haar openluchtrestaurant. Uitgebreid neemt ze de tijd te vertellen over haar bezigheden. “Mijn man jaagt al het vlees zelf bij elkaar. Varken, geit, hij schiet het allemaal zelf. Of willen jullie liever vis? Hij duikt zo met zijn speargun de oceaan in.” Ku-a’s man klinkt als een jagend oermens. We worden zo langzamerhand wel benieuwd naar hem.
Ineens verandert ze van onderwerp. “Hoe oud?” vraagt ze terwijl ze naar Linde wijst. “14”, antwoord ik. Ku-a reageert met ogen op stokjes. Overal waar we komen wekt Lindes lengte verbazing. Onomwonden en zonder inleiding vertelt ze over haar 16-jarige zoon. Die is op het verkeerde pad terecht gekomen. Drugs, alcohol, een lanterfanter. Ze hebben hem naar haar broer gestuurd in het noorden van het eiland. Om te werken, fruit te plukken, het land te bewerken. “Dat zal ‘m goed doen,” zegt ze met droevige ogen.
Grillende god
Als we de volgende dag terugkomen op het afgesproken tijdstip ontmoeten we haar wederhelft. ‘Beauty and the beast’, is het eerste dat in me opkomt als ik naar het stel kijk. Hoewel zijn getatoeëerde gezicht met opgeschoren kapsel me niet aantrekt, zie ik een man met een goddelijk lijf dat een leeftijd doet vermoeden die minstens tien jaar jonger is dan ik van de rimpels in zijn gezicht aflees. Surfshort losjes om zijn heupen, ontbloot bovenlijf, ultragespierd. Het zweet op zijn strakke lijf toont zijn contouren nog beter. Hij komt kennismaken maar heeft weinig tijd. Teiki rent blootsvoets met tafels en stoelen, hanteert even snel de barbecuetang om het vlees te keren en roept wat naar zijn vrouw.
Nog enigszins beduusd van deze wervelwind gaan we zitten aan ons tafeltje in de schaduw. We zien Teiki wegsnellen en in no time terugkomen met tientallen kokosnoten onder zijn arm die hij even snel als vakkundig doormidden hakt en omtovert tot drinkbekers met overheerlijke kokoslimonade. Het contrast met zijn echtgenote Ku-a die sloffend en tergend traag rondloopt, is levensgroot.
Geld verdienen in de kokosnotenbusiness
Wat beweegt deze grillende God, vraag ik me af terwijl ik op hem afloop. Breed grijnzend vertelt hij over zijn leven terwijl hij met een kwastje wat kruidenolie over het varkensvlees wrijft. Hij vertelt hoe hij hier 20 jaar geleden kwam wonen. Vanaf zijn geboorte-eiland Ua Pou, het eiland 15 mijl ten zuiden van Nuku Hiva, reisde hij naar deze baai om met Ku-a te trouwen. Zijn vrouw is hier geboren en getogen en ze konden een stukje land veroveren van Ku-a’s familie. Vijf jaar geleden realiseerden ze zich dat er meer was in het leven dan hard werken en een huisje zonder elektriciteit of stromend water. Ze besloten twee en een half jaar keihard in de copra te werken (kokosnoten verzamelen, hakken en de kokos eruit halen om te drogen voor de kokosolie industrie op Tahiti). Omgerekend verdienden ze er veertigduizend Euro mee, een enorme som voor lokale begrippen. Teiki weet er wel raad mee. Nog geen drie jaar later staat er een ruim huis, zien we elektriciteit en stromend water in de keuken, is er een restaurantje uit de grond gestampt en wordt er behoorlijk geld verdiend.
Misstappen van een puberzoon
Net als ik denk dat deze man werkelijk alles kan, vertelt hij over zijn zoon. Een schaduw trekt over zijn gezicht ondanks de brandende zon en de hete barbecue. “Hij wilde niet werken, niet mee op geiten jagen, lag alleen maar op zijn bed. We hebben hem naar Ku-a’s broer gestuurd. Daar zal hij wel leren wat werken is.”
Zonder dat ik de beklaagde 16-jarige ken, bedenk ik me dat de arme jongen waarschijnlijk gewoon leidt aan de puberziekte. Kinderen van die leeftijd hebben het recht om af en toe te lanterfanten en niet veel te bewegen op een dag. Het hoort bij de fase. Zeker als je opgroeit in een dorp met slechts 10 andere huizen en waarschijnlijk weinig leeftijdsgenoten, laat staan vermaak. Ik kan het de arme jongen niet kwalijk nemen.
Voor Teiki is het duidelijk zijn achilleshiel. Hoe kan het ook anders als je zoon zo verschilt van jou. Hij heeft duidelijk meer weg van zijn moeder. Teiki had zich waarschijnlijk een voorstelling gemaakt van een zoon die net als hij marathonlopend over het eiland zou rennen, de 100 meter met horden over de kokosnoten in een recordtijd afleggend en zich een weg jagend tussen geiten, varkens en koeien door. De littekens op zijn lijf verraden het afweren van bloeddorstige haaien als hij al freedivend naar 20 meter diepte elke dag de lekkerste vissen uit zee tovert. Ik ben nog nooit beschuldigd van luiheid maar ik word al moe als ik aan het dagelijks programma van de man denk.
Visionaire varkensjager
Teiki is een heuse jager verzamelaar die permanent stoned is van zijn eigen testosteron. Geen wonder dat zijn zoon kalmerende middelen heeft genomen. Hij was waarschijnlijk bang dat ‘ie teveel op z’n vader zou gaan lijken. Maar hoe je het ook wendt of keert, het wordt me duidelijk dat Teiki de drijvende kracht is achter alle veranderingen in het leven van hem en zijn gezin. Van oermensen tot moderne eilandbewoners die beetje bij beetje hun leven (nog) meer kleur durven te geven.
Terwijl we bij Ku-a afrekenen en ontdekken dat ze ondanks haar traagheid commercieel gezien bijzonder bij de pinken is, roept Teiki ons vanachter de barbecue toe: “We leven hier in het paradijs maar je moet er wel zelf iets van maken.” Ik lach terwijl ik zijn Franse opmerking aan Tjaart en de kinderen probeer te vertalen. Iets met het leven, een feestje en zelf de slingers ophangen. Een universele waarheid.